Klagend ligt ze in haar bed
een glaasje water naast zich
voor het slikken van een maagtablet.

Niet dat ze iets heeft, maar ziek zijn vindt ze leuk.
Een beetje jeuk. Klappertanden, snotteren en snuiten.
Ze houdt van dokters, gips en grote spuiten.

Verheugt zich op een griepje,
een zweertje of een lief poliepje.

Op een wondje dat ze nog niet heeft,
plakt zij meteen een pleister.

Er komt nauwelijks visite
bij de oude vrijster,
die hoestend
onder ’n deken ligt.

Want bezoek krijgt als begroeting
niet gewoon een kus
maar echt heel vies
een natte nies
vol in het gezicht.
Jaap Robben. Uit: Als iemand ooit mijn botjes vindt. Illustraties Benjamin Leroy. De Geus, 2012.
Jaap Robben kreeg gisteren een Vlag en Wimpel voor dit boek. Van harte gefeliciteerd! 

Elders in de wereld houdt een bordercollie
duizend speeltjes uit elkaar. Onvermoeibaar
haalt ze bijna feilloos pop of rubber kip of bal
of frisbee enzovoorts te voorschijn vanachter
een gordijn, vanuit haar slimme hondenhoofd.

Ik weet inmiddels wel dat ik besta, dat falen
even weinig zegt als slagen, dat de meeste vragen
die beginnen met waarom verkeerde vragen zijn,
dat ik daardoor niet goed slaap en als ik slaap
hardnekkig van gordijnen droom.

Afgezien daarvan ben ik een hond. Iemand
leerde me de woorden, fluistert in mijn oor
over twee kamers en wat waarvandaan te
halen en ik ren en blaf en doe apport.
Ingmar Heyze. Uit: Ademhalen onder de maan. Podium, 2011.

…en de stinksokken van Jos Grootjes uit Driel.
Dit is een gouden boek. Letterlijk, want er zit goudsnee op de pagina’s. Maar ook figuurlijk. Want wat een titanenklus volbrengt Jan Paul Schutten hier.
Hij legt uit waarom we moeten applaudisseren voor een pantoffeldiertje. Omdat die iets kan wat zelfs een robot niet kan: LEVEN!
Hoe een bacterie er uit ziet. Soms als een piepklein helicoptertje met staart.
Hoe jij en ik zijn ontstaan. Van een, twee, vier, acht..
En dan begint het boek pas.
Want hoe oud is het heelal? Hoe reken je dat trouwens úit? En hoe is het universum ontstaan?
Schutten legt het haarfijn uit. Hij vertelt over darwinvinken en waarom die dezelfde voorouders hebben als jij, de kwal en de oorwurm.
Hij doet uit de doeken hoe de evolutietheorie in elkaar zit en waarom sommige mensen daar moeite mee hebben. Hij vertelt waarom pauwen zo’n lange staart hebben, ook al lijkt dat voor het voortbestaan van de soort helemaal niet nodig, en zelfs erg onhandig.
Hij vertelt hoe belangrijk genen zijn én hoe en waar leven is ontstaan. Hij schrijft over bombaardeerkevers, fossielen, dinosaurussen en Jos Grootjes uit Driel. En dat doet hij allemaal op een rustige, begrijpelijke verteltoon alsof je gewoon naast hem loopt in het bos.
Héél knap. Iedereen kan het snappen, ook kinderen van 8 of 10. Ook kritische vragen, of het allemaal wel echt waar is, komen eerlijk aan bod. Dit is een boek dat je gewoon in huis moet halen.
Jan Paul Schutten. Het raadsel van alles wat leeft en de stinksokken van Jos Grootjes uit Driel. Illustraties Floor Rieder. Gottmer, 2013.

Een bij zoemt door de wei.
Zoem zoem zoem.
Ze zoekt een bloem.

Dat doet een bij.
Wat zou ze anders in een wei?
Toch niet bij een koe op de thee?
Dat is echt niets voor een bij.

Nee, ze wil een bloem uit de wei.
Zoem zoem zoem, doet de bij.

En soms ook eens boem.

Dan had ze pech.
Dan stond er een koe in de weg.
Geert de Kockere. Uit: Een vink zegt sus. Illustraties Geert Vervaeke. Lannoo, 2011.
Leeftijd 5+

A fish in a spaceship is flying through school.
A dinosaur’s dancing on top of a stool.
The library’s loaded with orange baboons,
in purple tuxedos with bows and balloons.

The pigs on the playground are having a race

while pencils parade in their linens and lace.
As camels do cartwheels and elephants fly,
bananas are baking a broccoli pie.

A hundred gorillas are painting the walls,

while robots on rockets careen through the halls.
Tomatoes are teaching in all of the classes.
Or maybe, just maybe, I need some new glasses.

Kenn Nesbitt. Uit: My Hippo has the Hiccup. Ill. Ethan Long, 2009.
Kun je Engels lezen? Dit is een heel grappig gedicht over een vis in een ruimteschip, vervende gorilla’s en dansende dinosaurussen. Of.. misschien toch niet? 
De dichter, Kenn Nesbitt, is de Amerikaanse Children’s Poet Laureate geworden. Dat betekent Dichter des Vaderlands voor kinderen. Die hebben wij in Nederland niet, wij hebben de Jonge Dichter des Vaderlands, Joanne Hoekstra. 
Hier vind je meer grappige gedichten van Kenn Nesbitt: http://www.poetry4kids.com/
En hier lees meer over Joanne: Jonge Dichter des Vaderlands

Doenja van elf in ‘Hotdog’, het tweede kinderboek van Arja
Veerman, heeft net haar moeder begraven, die ontploft is na een borstvergroting.

Maar Doenja is niet zielig, vindt ze, ze heeft immers haar
vader, broertje en oom Bennie nog? En haar vrienden Floris en Jamie?
Tanden op elkaar, is haar devies. 
Ondertussen gaat ze in te koude kleren naar
school, zit er thuis schimmel op de bramenjam, loopt broertje Manno in een niet
bij elkaar passende outfit die nog kapot is ook en houdt vader de snackbar open
want er moet brood op de plank. Maar oom Bennie troost Doenja met een chique
hanger. Is die van haar moeder geweest?
‘Hotdog’ is beeldend en helder geschreven. Er is opwinding en
dilemma. Doenja belandt in een eng bos, een indiaan danst rond een opgezette hond,
er is inbraak en politie en een enge motorrijder met laarzen met stekels van
staal. Er zijn giftige paddenstoelen en een Cloop, die alles op de wereld ziet
en kan filmen.
En toch.. ga ik niet van Doenja houden, wordt het nergens
echt spannend of geloofwaardig. Komt dat door de platte personages of doordat er zo wordt
ingezoomd op details dat het overzicht zoekraakt? Is het de wat drabbige wereld
van snackbar en friet of de niet helemaal geslaagde combinatie van een
realistisch verhaal met een enkel fantasy-element?
De onwaarschijnlijkheid dat een kind van elf juist precies
op het goede moment een krant openslaat of het werk van de vaders van, hè
toevallig, net Doenja’s vriendjes bij de ontknoping een beslissende rol speelt?
De overdadige beschrijvingen, de suggestie van gevaar die
niet wordt ingelost?
Van alles een beetje met als resultaat een onevenwichtig
verhaal.
En tóch kan Veerman schrijven. Ik wacht gewoon op haar volgende boek.

Arja Veerman. Hotdog. Illustraties Brenda
Kuijpers.  Clavis, 2013.