Kadoze, kaduize
de koning gaat verhuizen.
Hij gaat om negen uur precies
met heel z’n gouden theeservies
z’n vorken en z’n glazen
en al z’n duizend vazen
en met z’n vogel Trillepiep
verhuizen in de jiep

Kadoze, kaduize
de kooi met witte muizen!
De gouden troon, het gouden bad
en de satijnen keukenmat,
de hemden en de jassen
en de spiraalmatrassen,

de vissen in de vissenkom,
de lepels in de Turkse trom.
De koning zelf gaat bovenop
en draagt de gouden kolenschop.

Kadoze, kaduize
de koning gaat verhuizen.
Maar ach, die arme koningin…
o jee, die kan er niet meer in!
Wat hindert dat? Het hindert niets!
De koningin gaat op de fiets.
Annie M. G. Schmidt. Uit: De koning gaat verhuizen en andere gedichten met een kroontje. Tekeningen Wendy Panders. Querido, 2012.

Een rivier om te bevaren
tot aan het warmste huis.
Een dag om te bewaren
tot later laat tot laatst.

Een nest om in te wonen
en in het hoge gras
de fluisterende stemmen
van wie je vrienden zijn.
Gil vander Heyden. Uit: Kleine stemmen. Tekeningen André Sollie. Clavis, 2013.
33 gedichten staan er in de nieuwe bundel van Gil vander Heyden, verdeeld over 4 hoofstukken, die ‘Het warmste huis’, ‘Een lapje lucht’, ‘Ademloos kijk ik toe’ en ‘Je zult het nooit vertellen’ heten. Gedichten die fluisteren en luisteren, proeven, ontwaren en zacht sneren. De licht absurdistische tekeningen, het mooie kleur- en papiergebruik, de heldere vormgeving en het prettige lettertype maken van ‘Kleine stemmen’ een feestje voor jong en oud/er.

Heb je van de zilveren vloot wel gehoord
De zilveren vloot van Spanje?
Die had er veel Spaanse matten aan boord
En appeltjes van Oranje..
Charlotte Dematons en Jesse Goossens. Uit: Duizend dingen over Nederland. Lemniscaat, 2013.

Dit is maar één van de vele kinderliedjes die verstopt zitten in ‘Nederland’, het fenomenale prentenboek van Charlotte Dematons. Een zoek- en kijkboek, waarin zowat alles wat Nederland tot Nederland maakt getekend is. 
Voor als je geen zin of tijd hebt al die dingen zelf op te zoeken is er nu ‘Duizend dingen over..Nederland’. Daarin zie je wat er allemaal verstopt zit in de mooie, grote platen met zee, strand, Waddeneilanden, Amsterdam en al die andere waanzinnige tekeningen.
Het Strypker wyfke van Terschelling bijvoorbeeld. De haven van Rotterdam. Beroemde Nederlanders: Anne Frank, Johan Cruijff, Rembrandt ea. Bekende kinderboekfiguren: Minoes, Pinkeltje, Tom Poes. Moderne en oude tradities: koninginnedag, kraken, graffiti en Sint Maarten. Onze geschiedenis: Romeinen, Erasmus en Hunebedden. De Efteling en Madurodam. Nederlandse specialiteiten: bollenvelden, fietsen, appelstroop, haring en de vrijmarkt. Sinterklaas en  Zwarte Piet. En natuurlijk al die kinderliedjes:
‘k Zag twee beren broodjes smeren
O het was het wonder!
’t Was een wonder boven wonder
Dat die beren smeren konden
Hi hi hi, ha ha ha
‘k Stond erbij en ik keek ernaar.

kom, laten we wolken vangen
met mijn vaders vlindernet
zachte, witte wattenwolken
voor ons eigen hemelbed
welke wil je, die of die?
weet je wat, ik vang er drie
een voor jou en een voor mij
en eentje voor ons allebei
Mieke van Hooft. Uit: Morgen komt de zon weer op. Clavis, 2013.
Eenvoudige, rijmende versjes over het weer en de seizoenen. Leeftijd 3+.

Weet jij wat een triolet is?
Een rondeel?
Een acrostichon, een een-twee-drietje, een vijfje, een zevenaar?
Nee? Ja?
Zijn je leerlingen helemaal niet dol op taalles?
Maar wel creatief en grappig in hun taaluitingen?
Denk je regelmatig: hoe bevorder ik hun lol in schrijven, lezen?
Vind je dat de huidige taalmethodes en stelopdrachten vaak te eenzijdig gericht zijn op cognitief denken?
Zou je je leerlingen zielsgraag bijbrengen hoe lezen en schrijven niet alleen leuk is maar ook broodnodig en onontbeerlijk voor hun sociaal-emotionele ontwikkeling?
Wil je ze dolgraag creatief laten schrijven maar weet je niet goed hoe?
Om al deze redenen en nog veel meer is ‘Weten waar de woorden zijn’ van Mariet Lems een heuse aanrader. In dit boek geen taalopdrachten, kerndoelen of theoretische verhandelingen.
Wel: fantastisch veel tips en vondsten voor spannende schrijflessen. Speelse schrijfoefeningen en  handige schrijfopdrachten. Slimme uitleg, goede suggesties, inspirerende stappenplannen en creatieve nieuwe ideeën. Plus een praktische, korte uitleg over het verschil linker- en rechterhersenhelft en wat dat betekent voor verschillende soorten schrijfopdrachten.
Alles helder vormgegeven, met mooie tekeningen en foto’s, prettige lettertypes en overzichtelijke pagina’s.
Elke basisschool moet dit boek in huis hebben. Wat een hemelse, rijk gesorteerde bron voor alle docenten die hun leerlingen graag begeleiden in het ontdekken en uitbreiden van hun eigen taalvermogen.
Mariet Lems. Weten waar de woorden zijn. Methodiek creatief schrijven voor leerkrachten primair onderwijs en schrijfdocenten. De Witte Uitgeverij, Leiden. 2010. 

Er woonde eens een ridder in een middeleeuws kasteel.
Hij had geen baard. Die baard was blijven steken in zijn keel.
Nu hadden in de middeleeuwen alle ridders baarden.
Die hoorden ze te hebben, net als harnassen en zwaarden.

Dus iedereen in het kasteel was even zwaar behaard,
alleen die ene ridder niet, die ridder zonder baard.

De ridder met de bruine baard won altijd elk toernooi,
dus elke jonkvrouw in het land vond bruine baarden mooi.

De ridder met de rode baard was goed in draken doden,
dus rode baarden waren toen ontzettend in de mode.

En ridders zonder baarden dan? Die telden dus niet mee.
Ze waren goed om bloed van dode draken op te dweilen,
om harnassen te poetsen en om zwaarden bij te vijlen,
om stallen uit te mesten, met gewone kleren aan,
om aardappels te schillen en om paarden te beslaan.
Bette Westera. Uit: Held op sokken. Illustraties Thé Tjong-King. Gottmer, 2013.
Stoer grappig, rijmend verhalend, middeleeuws modern: als twee grootmeesters samenwerken kunnen er mooie dingen ontstaan. In dit prentenboek bouwt de soepele rijmtaal van Bette Westera een feestje met de heldere tekeningen van Thé Tjong-King. 
Ridder Roderik telt niet mee. Hij mag geen draken verslaan of jonkvrouwen redden. Maar op een dag komt er een jonkvrouw op bezoek in het kasteel die: “kon geen held meer horen en ze kon geen baard meer zien”.  Maar dan ontdekt ze ridder Roderik. En die kan iets bijzonders. 
Modern sprookje waar jongens én meisjes én hun stoere ouders heel vrolijk van zullen worden. Leuke taalgrappen. Leeftijd: 4+

Onlangs was het Wereldwaterdag.
Vandaag het gedicht Water van Rutger Kopland:
Als met water zelf, met de gedachte
spelen dat je ooit en eindelijk
zult weten wat het is.

Het is regen geweest, een rivier, een zee,
hier was het, hier heb ik het gezien

en zie ik water en weet niet wat het is.
Rutger Kopland. Uit: Verzamelde gedichten. Van Oorschot, 2012.