In het nieuwe prentenboek ‘Zie de maan schijnt door de bomen’ van Mies van Hout vieren kinderen en  bosdieren een sprookjesachtige witte Sint, met allemaal bekende gouwe ouwe Sinterklaasliedjes tijdens het sneeuwballen gooien, in een razende sneeuwstorm, in gezellige warm verlichte boomhutkamers diep onder een dikke sneeuwlaag. Zo krijg je er echt zin in.

Mies van Hout. Zie de maan schijnt door de bomen. Lemniscaat, 2011. Met cd vol sinterklaasliedjes.

ik wil graag op het paard
naar Spanje en weer terug
en dat ik dan een keer
bij u logeer
als het van uw moeder mag
en ik wil ook een wereldbol
een echte
waar de mensen niet op vechten
en dan ben ik de baas
dit was mijn brief
dag sinterklaas
Hans & Monique Hagen. Uit: Van mij en van jou. Tekeningen Jan Jutte. Querido, 2007.

Mijn naam is Ka.
Ik denk dat ik besta.
Knoop en draad – inderdaad.
Melk en beker – zeker.
Bloem en vaas – sinterklaas.
Schoen en lepel – ’tuurlijk.
Lepel is figuurlijk.
Je kunt er niet van eten.
Dat moet je even weten.
Hol en muis – zo vast als een huis.
Oog en gezicht – allicht.
Mijn naam is Ka.
Ik denk dat ik besta.
Ienne Biemans. Uit: Mijn naam is Ka. Ik denk dat ik besta. Querido 1985/Als je goed om je heen kijkt zie je dat alles gekleurd is. Samenstelling Tine van Buul en Bianca Stigter. Querido 2006.
Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.

Jij was de goeie en ik was de slechte.
Ik wil liever de slechte zijn.
Nee, ik ben de slechte. Jij bent de goeie.
Waarom moet ik altijd de goeie zijn?

Waarom wil jij niet de goeie zijn?
Twee goeien is niet spannend.
Mag ik dan straks de slechte zijn?
Straks. Maar nu ben jij de goeie.
Joke van Leeuwen. Uit: Wuif de mussen uit. Gedichten en beelden. Querido, 2006.
Dit gedicht is geplaats met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.

Spook en slang
in het licht ben ik niet bang
dan speel ik met een spook
en dans ik met een slang
maar in de nacht is het zo stil
en het donker duurt zo lang
papa komt naar boven
hij pakt het spook en vangt de slang
hij neemt ze mee
en trekt ze vlug door de wc
maar morgen in het licht
dan ben ik niet meer bang
dan speel ik met een spook
en dans ik met een slang
Hans Hagen en Monique Hagen. Uit: Mijn grote Monsterfeest. Leopold, 2011.
Nooit meer bang voor monsters? Keukenmonsters, mini-monsters, heksen, krokodillen, een gobbelgobbelmonster, een monsterfeest waarop een jongetje zich verkleedt als monster zodat de andere monsters hem niet zullen opeten en meer :  in ‘Mijn grote Monsterfeest’ buitelen grappige monsterverhalen, enge monstergedichten, monstermoppen en prachtige monstertekeningen over elkaar. 
Het puikje van de Nederlandse kinderboekenschrijvers, -dichters en -tekenaars heeft zich uitgeleefd:  Harrie Geelen en Imme Dros, Rindert Kromhout, Hans en Monique Hagen, Milja Praagman, Hanna Kraan, Annemarie van Haeringen, Theo Olthuis, Dolf Verroen, Lydia Rood, Harmen van Straaten, Jacques Vriens en veel anderen.
Het resultaat is een spannend, dik, vrolijk, afwisselend (voor)leesboek over monsters. Echt een boek voor Sinterklaas. Leeftijd 4-12
Meer info Mijn grote Monsterfeest

Enge kinderen, enge kinderen
Haarlemse kinderen zijn eng.
Ze staan voor V&D te zingen.
Ze staan voor V&D te springen.
En ze zingen:
Een houten auto is een kreng.
Een houten brug is niks.
Speelgoed moet van plastic zijn.
Plastic auto’s, die zijn fijn.
Plastic schommels, plastic wips,
Plastic pannenkoekenmix,
plastic patat en plastic kauwgom,
plastic vaders, plastic ooms
en een plastic vriendje Piet.
Maar houten speelgoed,
houten speelgoed,
houten speelgoed willen we niet.

Enge kinderen, enge kinderen.
Haarlemse kinderen zijn eng.
Ze staan voor V&D te zingen.
Ze staan voor V&D te springen.
Haarlemse kinderen zijn eng.

Henk van Kerkwijk. Uit: De Nederlandse kinderpoëzie in 1000 en enige gedichten. Verzameld door Gerrit Komrij. Prometheus, 2007.
Het is vandaag Sint Maarten. Kinderen gaan met hun lampions langs de deuren en zingen een liedje om snoep. De heilige Maarten of Martinus (316) was officier in het Romeinse leger toen bij de stadspoort van Amiens een naakte bedelaar hem in Christus naam om een aalmoes vroeg. Maarten scheurde zijn mantel in tweeën en gaf de helft ervan aan de bedelaar. In een droom zag hij de nacht erna Christus zelf in zijn mantel. Maarten verliet het leger, wijdde zijn leven aan God en werd zelfs bisschop van Tours.
Hij werd beschermheilige van reizigers en rondtrekkende kooplui; van armen, bedelaars en bekeerde dronkaards; van herders, boeren, wijnbouwers, kinderen en van het vee. Op zijn naamdag kregen de kinderen vrij van school en was het gebruikelijk ze  te trakteren op lekkers. Ook maakten stadsbestuurders op die dag door klokgelui brooduitdeling aan de armen bekend. In 1380 gebeurde dit bijvoorbeeld bij de Wittevrouwenpoort in Utrecht.
Meer lezen? Sint Maarten

ALLES GOED
Leuk aan zo lang al samen
is dat je bij elkaar
als relaxed vlooiende apen
gezellig, ongehaast
steeds weer wat ouds ontdekt.
Anton Korteweg. Uit: Ouderen zijn het gelukkigst. Meulenhoff, 2010.
De opa en oma van Jongetje van Tien en Jongetje van Een zijn vandaag 50 jaar getrouwd. Van harte gefeliciteerd.

Als ik nu een draak was kwam er
stoom uit mijn twee oren

sissend schuim droop van mijn schubben
bliksem rolde van mijn tong

donder tolde rond mijn lippen
hete damp sloeg van mijn staart.

Maar ik ben
geen draak. Ik wacht

tot ik jou niet meer wil schroeien
vuur en as op je ga sproeien

smurrie in je haar wil doen
in elk neusgat een citroen, in je bed een schorpioen.

Tot de gloeiende orkaan die
jou aan de kant wil vegen is gezakt naar windkracht negen

tot mijn sneeuwstorm poolwind is, hagel, regenbui,
jij niet sneeuwblind word maar halfslag tranend als van ui.

Ja ik wacht. Tot ik niet meer toe wil slaan.
O wat heb jij een geluk dat draken niet bestaan.
Diet Groothuis. Uit: Vijf draken verslagen.  Querido’s Poëziespektakel. Verzameld door Ted van Lieshout. Meerdere illustratoren. Querido, 2011.
Normaal schrijf ik zelf recensies. Maar dit keer krijgen jullie die van Jaap Friso te lezen. Waarom? Omdat ik er net zo over denk als hij. Dan is het onzin om hetzelfde twee keer op te schrijven. Met dank aan en met toestemming van JaapLeest 
Het poëziespektakel is een fraaie en nuttige catalogus
Honderzesenveertig gedichten geschreven en vijfenveertig tekeningen gemaakt, staat te lezen op de cover het vierde deel van Querido’s Poëziespektakel. Het initiatief van schrijver/dichter/illustrator Ted van Lieshout houdt stand en is inmiddels een soort van catalogus van de Nederlandse kinderpoëzie.
Weinig uitgevers durven nog poëzie uit te geven, of het moet om iemand als Toon Tellegen gaan. In de oogst kinderboeken van de afgelopen maanden ontwaar ik slechts een enkele dichtbundel, waaronder Likmevestje van Elma van Haren. Querido’s Poëziespektakel vervult zeker een leemte maar het moet niet zo zijn dat dichters louter op dit soort verzamelbundels zijn aangewezen. Deze verzameling heeft eerder de functie van een catalogus: kijk eens wat er allemaal voor moois wordt geschreven en getekend, en minder moois ook trouwens. Talenten staan op (Simon van der Geest trapte zijn bekroonde Dissus af in deel 2) en bewezen dichters (Leendert Witvliet, Karel Eykman) bewijzen zich opnieuw. Uitgevers, scholen en andere geinteresseerden kunnen er uit shoppen en er een vervolg aan geven. Met die functie blijft het een uiterst nuttig en bijna noodzakelijk project, niet in de laatste plaats voor dichters en illustratoren zelf.
Zoals in iedere bundel sorteert Van Lieshout de gedichten op thema’s wat vaak verrassende en grappige combinaties oplevert. Het meandert van versen over hondjes, zusjes naar gedichten over verliefdheid en dromen. Er staan in deze bundel relatief veel bijdragen die op het randje van de kinderpoëzie zitten, een grens die uitermate vaag is natuurlijk. Vijf draken verslagen is deels een hommage aan Annie M. G. Schmidt, de titel komt uit haar gedicht De ridder van Vogelenzang en haar schaap Veronica wordt op verschillende manier lof toegedicht.
Zo uitgekristallisseerd als de vorige bloemlezing is deze bundel niet; het spektakel is er een beetje vanaf. Na zoveel gedichten hap je naar adem; door de kwantiteit, de enorme diversiteit aan vormen en thema’s. Het valt niet mee om het koren van het kaf te scheiden en uitschieters kent de bundel dan ook niet echt, al ben ik erg gecharmeerd van dit kleine liefdesgedichtje van Tanneke Wigersma:
Mijn hart is een rood hondje
dat blaft en bijt misschien.
Maar dat kwispelend rent
als jij in de buurt bent
en vooral als jij dichtbij bij me bent.
Gedichten zijn gepubliceerd met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.

…zag jij misschien dat ik naar jou,
dat ik je zag en dat ik zag hoe jij
naar mij te kijken zoals ik naar jou
en dat ik hoe dat heet zo steels,
zo en passant en ook zo zijdelings –
dat ik je net zo lang bekeek tot ik
naar je staarde en dat ik staren bleef.
Ik zag je toen en ik wist in te zien
dat in mij leven zoveel is gezien
zonder dat ik het ooit eerder zag:
dat kijken zoveel liefs vermag.
Joost Zwagerman. Uit: Zoen me tot ik spin. Gedichten over de liefde. Illustraties Wolf Erlbruch. Querido, 2011.
Achttien gedichten over liefde: bekende, onbekende, zonnige, feestelijke gedichten over liefde. Niet over de loopgraven, de jaloezie, de woede of de angst maar over de verrukking, de magie en zoetheid. Alle illustraties gaan over verliefde dieren. Dat is een beetje raar in een bundel over mensenliefde. Het zijn wel mooie, warme, sterke tekeningen.
Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.