We zaten in de trein, mijn vader en ik,
de trein die stond nog stil in het station.
We hadden vijf minuten voordat hij vertrekken zou,
wezen de wijzers op de klok van het perron.
Ik stapte uit voor wijn, voor wijn en een stuk brood,
en toen ik buiten stond zag ik dat iedere deur zich sloot.
De trein vertrok, ik rende mee: Blijf bij me, vader! Wacht!
Maar ik verloor en ik verloor mijn vader in de nacht.

We zwommen in de zee, mijn vader en ik,
hij was veel jonger dan de man die ik nu ben.
We zwommen als dolfijnen naar de bodem en terug
en naar de sterren sprong ik op, samen met hem.
Mijn vader greep mij vast, hij trok mij met zich mee,
hij was zo sterk, hij trok me naar de bodem van de zee.
Ik stikte haast, ik worstelde, ik vocht uit alle macht
en ik kwam los en ik verloor mijn vader in de nacht.

We gingen door de bergen, mijn vader en ik,
ik was negen jaar, we liepen hand in hand.
Hij zong van liefde en van offers en toen gleed hij uit,
hij greep mijn voet en ik gleed mee, ik greep de rand.
Mijn vader hing aan mij, boven een peilloos diep ravijn,
hij was zo zwaar, ik hield van hem, en alles deed me pijn.
Ik hang daar nog, altijd, maar als de laatste droom begint
draagt hij mij door het zonlicht als een pasgeboren kind.
Sjoerd Kuyper. Uit: September. Nieuw Amsterdam, 2009.

Speciaal bericht voor meesters en juffen: gaan je leerlingen van school en wil je ze iets bijzonders meegeven? Voor leerlingen die de grote stap gaan zetten van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs heeft Sjoerd Kuyper de bundel “Groen” samengesteld. Zijn mooiste gedichten in één bundel. Het boek is niet in de boekhandel te koop en kost E 5,-. Op http://www.afscheidsboek.nl/index.html vind je alle info en kun je vast een kijkje in boek nemen.

Er zit een meneer in de trein
te kraken,
en we denken dat zijn chippies
heel lekker smaken,
want hij pakt ze
met machinehanden
uit de zak
en hij hakt ze
met machinetanden
tot een krak
die iedereen, iedereen hoort.
We denken: is dit nog eten?
We denken: nee, dit is moord.
En ik ben misschien wel
een beetje gestoord,
want ik vraag: ‘Zo, meneer,
hebt u de oorlog gewonnen?’
En dan kijkt hij me aan
alsof hij me wil verslaan,
maar hij mompelt:
‘Zij waren
begonnen.’
De gedichten in ‘Hoera voor Superguppie!’zijn net zo leuk als die in vorige Superguppieboekjes. Wist je dat sommige kinderen allemaal Superguppiegedichten uit hun hoofd leren? Slimme hersengymnastiek en véél leuker dan gewone gym!
Edward van de Vendel. Uit: Hoera voor Superguppie. Tekeningen Fleur van der Weel. Querido, 2010.

Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.

De wind is gaan liggen.
Het maanmeisje loopt zacht
blootsvoets over het mospad
door de zoete zomernacht.
Wie kijkt, kan haar zien lopen
met de elfendertig knopen
op haar krijtwit nachtjaponnetje,
elke knoop een lampionnetje
in de zilveren manestralen.
Die heeft haar moeder erop genaaid
om onderweg niet te verdwalen.
Op een dag trekt Rosa van de berg wonderschoenen aan en gaat met de zon op stap. Op weg naar het huis van Toketore ontmoet ze een jager, de kleine reus en een konijn achter een paardenbloemenpluizenbolletjesgordijn.
Poëtisch verhaal met gedichten die stuk voor stuk op zichzelf kunnen staan. Laat je meevoeren door de toversfeer in tovertaal en de lichte, fantasievolle illustraties in rood en zwart.
Ienne Biemans. Uit: Rosa en de Wonderschoenen. Ill. Ceseli Josephus Jitta. Nieuw Amsterdam, nu Gottmer, 2010.
Dit boek is genomineerd voor de Brabantse Jeugdliteratuurprijs. De andere twee genomineerden zijn 15+-roman Het zwijgen van de vossen van Mario van Brakel en 7+boek De Zuurtjes van Jaap Robben en illustrator Benjamin Leroy. Op 19 maart wordt de prijs uitgereikt tijdens het TiLT festival in Tilburg door de juryleden hoogleraar Helma van Lierop, Jos Walta van kinderboekwinkel de Boekenberg in Eindhoven en recensent en journalist Jaap Friso, bekend van o.a. JaapLeest.nl.

Je weet het vast al maar stél nou dat je het gemist hebt:
Gisteren kreeg Benny Lindelauf de Woutertje Pieterseprijs 2011 voor zijn boek ‘De hemel van Heivisj’. De Woutertje Pieterseprijs is de Nederlandse Nobelprijs voor het beste kinderboek, heel heel heel erg goed dus.
Dat is dit boek dan ook: echt héél héél héél goed. Ook grappig, spannend, meeslepend, avontuurlijk, onthutsend, betoverend, overrompelend, indrukwekkend, aangrijpend en waanzinnig goed geschreven. Je houdt van Fing, Muulke, Jes en de anderen. Je loopt, slaapt, praat, eet en denkt met ze. Je droomt van ze. Ze worden familie van je. Het is niet eens irritant dat er Limburgs dialect in het boek staat.
Als je nooit iets van Benny Lindelauf gelezen hebt raad ik je aan om linea recta naar de bibliotheek of boekhandel te gaan. Zijn vorige boek ‘Negen Open Armen’ is trouwens ook fantastisch en gaat aan ‘De hemel van Heivisj’ vooraf.
Benny Lindelauf. De hemel van Heivisj. Querido, 2010.

Als je draken wilt verslaan
(stond in de handleiding te lezen)
moet je eerst van ze gaan houden,
zodat je alles van ze wilt
weten. Hoe ze slapen: op hun buik
of op hun zij. Wat ze lekker vinden
of opwindend. Hoe hard ze lopen
in de regen en hoe langzaam
in de sneeuw. Wanneer ze vuur
gaan spuwen of juist tevreden zijn.
Als je al hun eigenschappen kent
beter dan je eigen broekzak, sla je toe!

En als je niets met draken hebt,
vul je voor dat woord
iets anders in: een bullebak,
je beste vriend, de valse hond
van de buren of je eigen angst.
Rob Crispijn. Uit: Kwam dat zien, kwam dat zien. Querido, 2008.
Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.