Het is gedichtendag! Iedereen gefeliciteerd!
Gisteravond begon dat met de uitreiking van de VSB-poëzieprijs aan Armando en De Gedichtenwedstrijdprijs aan Henk van Loenen. Mijn gedicht ‘Een koe’ was doorgedrongen tot de Top 100 van De Gedichtenwedstrijd.
Een koe
Wat kan ze anders
dan schuw op wankel hoge hoeven
met een wiebelend hoofd, als een hoedenplankbeestje,
over het hek turen?

Haar ruwroze tong uitsteken,
ze moet weten wie ik ben.
Licht geven uit haar fluwelen vel,
me aankijken met de allerzachtste ogen.

Met haar rafelstaart onophoudelijk
vliegen verjagen omdat dat moet,
geelgekke flapjes ontsieren haar oren.
Rustiger dan een slapende reus.
Hier zie je het gedicht op video:  http://www.youtube.com/watch?v=hCqT9f65w-4  Het gedicht is ook te vinden in de  bundel ‘Dansen op de maat van het ogenblik’, waar alle gedichten uit de Top 100 van 2011 in staan.
Diet Groothuis ‘Een koe’. Uit: Dansen op de maat van het ogenblik. Augustus, 2011.

In die tijd kon de zon nog praten,

toen had hij een gezicht,
met ogen en een mond:
’s morgens ging hij open,
en ’s avonds ging hij dicht.
Roze was hij soms,
bijvoorbeeld in de winter,
of wit, maar meestal geel.
Kleur mij vandaag maar geel, zei hij
met een knipoog. En met vetkrijt
kleurde ik hem dan helemaal geel.
Ik deed dat met veel plezier
en hij straalde en lachte en hij glom
breeduit op mijn papier.
(Wat viel er eigenlijk te lachen?
Niet veel, 
maar daar gaat het nu niet om.)
Wim Hofman. Uit: Zwemmen met je kleren aan, Scheurkalender Jeugdpoëzie 2011. Samenstelling Karel Eykman en Ineke Holzhaus. Van Gennep, 2011.

Klein beginnen
je leerde kijken
ogen
mond
gezicht

je leerde spelen
doosje
open
dicht

je leerde lopen
lampje
knopje
licht

je leerde lezen
letter
woord
gedicht
Frank Eerhart. Uit: Honderd keer moet ik dit schrijven, samenstelling Frank Eerhart. DiVers, 2002. Poster Plint, ill. Iris le Rütte.

Vogels vliegen bij duizenden naar de lamp duizenden vliegen zich te pletter, duizenden storten neer
duizenden zijn verblind, bij duizenden botsen ze
duizenden vogels vallen dood

De vuurtorenwachter houdt het niet langer uit
hij houdt te veel van vogels
en hij zegt: oké ik kap ermee!

Hij doet het licht uit.

In de verte vergaat een schip
een vrachtschip van de eilanden
een vrachtschip vol met vogels
duizenden vogels van de eilanden
duizenden vogels verdrinken.
Jacques Prévert. Uit: We schilderen een vogel. Vertaald door Wim Hofman. Querido, 2001.

Le gardien du phare aime trop les oiseaux
Des oiseax par milliers volent vers les feux
par milliers ils tombent par milliers ils se cognent
par miliers aveuglés par milliers assommés
par  milliers ils meurent

Le gardien ne peut supporter des choses pareilles
les oiseaux il les aime trop
alors il dit Tant pis je m’en fous!

Et il éteint tout

Au loin un cargo fait naufrage
un cargo venant des ïles
un cargo chargé d’oiseaux
des milliers d’oiseaux des ïles
des milliers d’oiseaux noyés.
Jacques Prévert. Uit: Histoires et autres histoires. Éditions Gallimard, Paris 1963.

Jij zes keer om het zoutvat gedraaide haringstaart!
Jij vier keer in het meelblik gedoopte kronkelbaard!
Buikbijter, schurftschijter, hinkende muis!
Prutpropper, kletsklopper, stinkende luis!
Huilmuil, pleur op met je kop als een watertoren!
Of ik stop puree in je bloemkooloren!
Jij gifpilvreter, ik geef je een klap!
Dan haal ik mijn broer, dus zet je maar schrap!
Jongens, jullie moeten nu naar bed!
Toe, mam, we hadden net zo’n pret.
Hans Adolf Halbey, vertaling Elly Schippers. Uit: Al mijn later is met jou. Samenstelling Edward van de Vendel, ill. Susanne Rotraut Berner. Querido, 2004.

Je hebt van die astronautenmaaltijden
daar gaan drie gangen in één pil.
Men zegt dat het knap is
zo’n éénspersoonshap-dis.
In zoiets kleins en ronds
zit toch het volle pond
drie gangen in één pil!

maar
hoe jij O zeggen kon
NASA kan er wat van leren
O
niet eens een woord,
een klank alleen
maar wat er allemaal paste in jouw O
Zo!
moleculaire minachting
bipolaire kou
een O als een oorvijg
een O als een douw
of hoe je je wenkbrauw optrok
geen Rus doet het je na
zelfs een brief van duizend kantjes
haalt die wenkbrauw niet qua
kwantumkleinering
panoramagekwel
een wenkbrauw als een oordeel
een wenkbrauwbevel.
Ik vind het knap, daar niet van
maar goddank dat er nu
iemand anders is
tegen wie je O zeggen kan.
Benny Lindelauf. Uit: Ik wil een naam van chocola. Querido, 2009.