Wanhoop nooit
Voor iedere bal staat ergens een doel
Voor iedere opa staat ergens een stoel
Voor ieder varken hangt ergens een jas
Voor ieder gebit staat ergens een glas
Voor iedere worm valt ergens een vrucht
Voor iedere dode klinkt ergens een zucht
Voor ieder kalfje hangt ergens een uier
Voor ieder bang meisje wacht ergens een sluier
Voor iedere droom staat ergens een bed
Voor iedere A is ergens een Z
Voor iedere broek is ergens een kont
Voor ieder liedje is ergens een mond
Voor iedere clown staat ergens een taart
Voor ieder baasje zwaait ergens een staart
Voor elke man loopt ergens een vrouw
Voor elke traan is ergens een mouw
Voor iedere zon schijnt ergens een maan
Voor iedere mouw glijdt ergens een traan
Voor iedere kus gloeit ergens een wang
Of een hand
Of een mond
Of een hals
Of een nek
Of een frons
Voor ieder liedje hangt ergens een oor
Voor iedere kies draait ergens een boor
Voor iedere manke staat ergens een stok
Voor ieder die wanhoopt tikt ergens een klok
Voor iedere dove klopt ergens een hart

Aan iedere eindstreep, staan hoofdletters START

Peer Wittenbols (5 december) Uit: Zwemmen met je kleren aan, scheurkalender Jeugdpoëzie 2011. Samenstelling Karel Eykman en Ineke Holzhaus. Illustratie voorkant: Sylvia Weve. Van Gennep, 2010.

Veel spiksplinternieuw werk in de gisteren in Artis gepresenteerde allereerste scheurkalender Jeugdpoëzie. Karel Eykman en Ineke Holzhaus verzamelden voor de 365 dagen van 2011 gedichten voor oudere kinderen van 50 dichters en van jongeren van de School der Poëzie. 
Hele bekende jeugddichters als Edward van de Vendel, Joke van Leeuwen, Andre Sollie en Ted van Lieshout staan er in maar ook verrassende namen als Mustafa Stitou, Mensje van Keulen en Carla Boogaards.
Litenatuurtjes van Geert de Kockere, een vrolijke Bollywoodrap van Karel Eykman zelf, waar de kinderen in Artis gisteren heel hard om moesten lachen, gedichten over de Citotoets, wie het met wie doet, ruzie, avondvierdaagse en dierengedichten van Driek van Wisse: de variatie is enorm.
Ik mis de nieuwe generatie jeugddichters zoals Jelmer Soes, Linda Vogelesang, Simon van der Geest ea maar volgens Karel Eykman mogen die volgend jaar meedoen. Een index was ook handig geweest. Verder een heerlijk ding om op de wc te hangen, met elke dag een fijn gedicht om aan elkaar voor te lezen.

Vraag van de jonge hulpkat:

Wat doen de mensen
Nadat zij het huis zijn uitgegaan?
Waar zijn zij dan?

Antwoord van de oude hoofdkat:

Dan staan zij buiten de deur te wachten
Tot ze vinden dat het tijd wordt
Om weer naar binnen te gaan.
Rudy Kousbroek.
Uit: Dierentalen en andere gedichten. Augustus, 2003/Fluit zoals je bent. Querido, 2009.

…Daan Remmerts de Vries en Philip Hofman voor hun boek ‘Voordat jij er was’, een alternatief soort scheppingsverhaal. “Voordat jij er was, was er niks. Door dat niks reden Wolf en Konijn in hun rode sportwagen.” De eerste twee zinnen uit ‘Voordat jij er was’ zetten je meteen aan het denken. Waar gaat dit boek over?  En hoe kunnen Wolf en Konijn nu door niks rijden?  Wolf en Konijn stoppen de 2 mensjes Adje en Eefje in een bak en  jij wordt  geboren. Wie is jij?

Meer info over het boek op www.jaapleest.nl en www.leesfeest.nl.

Het kan bijna niet, maar ‘Mee met de paraplu’-doe-het-zelftekenboek is haast nog leuker dan het erbij horende prentenboek ‘De paraplu’.

Op een regenachtige herfstdag vindt een klein, zwart hondje een grote, rode paraplu. Hij waait ermee over de wereld, wordt door een olifant gered van krokodillen, slingert aan een liaan door de jungle en vliegt op de Noordpool  bij zeehonden en ijsberen langs. In het tekenboek reist hij mee op de rug van een dolfijn en in de buidel van een kangoeroe en vliegt op de rug van een gans en aan boord van een ruimteschip.

Prachtig boek van prentenboekenechtpaar Ingrid en Dieter Schubert. ‘De paraplu’ is lekker voor jong en oud, het zelftekenenboek vooral voor kinderen. Er staan geen teksten in.  Maar woensdag begint de kinderboekenweek met het thema beeldtaal. Dus is geen tekst voor een keertje niet erg.
‘De paraplu’ en ‘Mee met de paraplu’ Ingrid en Dieter Schubert. Lemniscaat, 2010.
Het regent zonlicht
op de wereld
op het meisje in het gras.
Hoor haar moeder
zingt een liedje
voor haar dochtertje van glas:
God behoed haar
voor de kraaien
en de allereerste kras,
voor de hobbels
en de kuilen
en het snijden van het gras.

De platen in ‘Het regent zonlicht’ waren er het eerst, en daarna kwamen de gedichten. De verrukkelijke tekeningen in veel kleuren die een eigen soort sprookjeswereld oproepen zijn moderner dan de gedichten, die  soms doen denken aan oude aftelversjes. Lastig te zeggen voor wie de gedichten geschreven zijn. Voor jonge kinderen zijn ze moeilijk, voor oudere kinderen te bedaard denk ik. Toch een erg mooi boek!
Op de bijbehorende cd zingen Jeroen Zijlstra en Leine de gedichten op muziek van Thijs Borsten mmw o.a. Stefan Blankenstijn en Louis Lanzing.
Het regent zonlicht, Koos Meinderts, ill. Annette Fienieg. Vormgeving Leentje van Wirdum. Lemniscaat, 2010.

We liepen op een middag langs het strand.

September. Herfstig weer. De kust verlaten.
Drijfhout. Een bal die badgasten vergaten.
De wind blies brede ribbels over ’t strand.
Heel in de verte ging een schip voorbij,
ergens ter hoogte van de horizon.
Ze vroeg – het nakijkend zolang ze kon –
Waar zou het heengaan? En ze keek naar mij.
Zeewier, groenzwart, een zwaar verroest stuk ijzer.
Een plank waarop, half leesbaar, SUNKIST stond.
En verder stilte, overal in ’t rond.
De zee werd wilder en de lucht werd grijzer
Een meeuw vloog langs, krijste, en werd heel klein.
En toen zij weer: hoe stil kan het wel zijn?

Han G. Hoekstra. Uit: Als je goed om je heen kijkt zie je dat alles gekleurd is. Samenstelling Tine van Buul en Bianca Stigter. Querido, 2006.

Als je zelf nergens woont

moet je altijd
als je slapen wil
aanbellen bij mensen die wel
ergens wonen.
Maar als nou niemand open doet
of ze hebben geen logeerbed
en de bank is voor de hond?
Dan moet je buiten
in de regen
in de wind
in de put
zitten huilen op de stoep.
Komt er plots een schrijver langs,
verzint die een verhaal voor jou,
schrijft hij jou een boek cadeau,
een sprook om in te wonen.
Huis van woorden,
dak van taal, lees
maar lang en wees
gelukkig.

Tim Gladdines. Uit: Wie heeft hier met verf lopen smijten? Querido, 2010

Dit is een raar boek. Een leuk raar boek. Omdat het anders is dan de meeste andere boeken. Het is tegelijkertijd een verhaal over Sofie die heeeeel veel van pinguïns houdt, een verhaalstripboek, een feitjes-over-pinguïnsboek, een fotostripboek en in strip de dvd ‘De Mars van de keizerspinguïn’.
Dus als je van pinguïns houdt vind je dit boek vast geweldig. Als je niet van pinguïns houdt maar wel van strips waarschijnlijk ook. Het verhaal van Sofie is licht droeverig maar niet zo heel erg, de striptekeningen zijn grappig, de pinguïnfeitjes leuk voor je spreekbeurt, het fotostripverhaal wéird (dat betekent ‘raar’).
Edward van de Vendel is de schrijver en voor de zoveelste keer is het hem gelukt om een ‘ander soort kinderboek’ te maken, samen met tekenaar Floor de Goede en fotostripmakers Willem en Ype. Met de stripgedichtenboeken ‘Opa laat zijn tenen zien’ en ‘Draken met stekkers’ heeft hij al eerder kinderboeken gemaakt die er nog niet waren. Dus wil je weten wat hij  nu weer voor nieuws heeft gemaakt dan moet je ‘Sofie en de pinguïns’ lezen.
Sofie en de pinguïns door Edward van de Vendel. Tekeningen Floor de Goede, fotostrips Ype en Willem. Querido, 2010.

heel vroeg in de morgen
geen auto’s op de weg
alleen mijn mooie fiets
verder niets
jij en ik
en mijn rode fiets
blij blij blij

met mijn mooie fiets
Prachtige tekeningen in dromerige, poëtische sfeer in dit poëzieprentenboek voor peuters en kleuters. Marit Törnqvist maakte ze bij de in Zweden bekende liedjes van Jujja Wieslander. Hans en Monique Hagen bewerkten ze naar het Nederlands. 
De platen en versjes scheppen een landelijke, lege wereld waar kinderen veel ruimte, bomen, velden en dieren tot hun beschikking hebben, genoeglijke huizen met tuinen vol wapperend wasgoed en bankjes waar oude mannetjes op zitten. De meeste kinderen leven niet meer in zo’n wereld, maar ze er naar laten verlangen kan natuurlijk altijd.
Jij en ik en mijn rode fiets. Liedjes van Jujja Wieslander, bewerkt door Hans en Monique Hagen, illustraties Marit Törnqvist. Querido, 2010. De gelijknamige liedjes-cd met arrangementen van Floor Minnaert is verkrijgbaar bij uitgeverij Rubinstein.
In het Codamuseum in Apeldoorn kun je op de tentoonstelling ‘Hottentottenteken’ de tekeningen trouwens in het echt bekijken en ook schetsen vooraf en mislukte tekeningen. Én je vindt er de echte striptekeningen met gedichten van Edward van de Vendel en Floor de Goede, die sommige van jullie al kennen, bijvoorbeeld via dit weblog. 
Doe mee met de tekenwedstrijd en win een door Marit gesigneerd boek of een pakket boeken. http://www.coda-apeldoorn.nl/tentoonstellingen/coda-museum/hottentottentekententoonstelling/

“Ga voor de spiegel staan en bekijk je gezicht. Lik van een citroen. Verandert er iets?

Neem nu een flinke hap uit je citroen. En nog een. Denk aan witlof, nagels die over een schoolbord gaan en soep van wc-blokjes. Zoals jouw gezicht nu staat, zo kijken de broers Harry en Huibert Zuur altijd. En dat vinden ze nog fijn ook!”
Een dichter die een verhaal schrijft, daar word je nieuwsgierig van. Jaap Robben is zo’n dichter. Gisteren was in kinderboekenwinkel ‘Een boek van Auke’ in Nijmegen de presentatie van zijn nieuwste boek ‘De Zuurtjes’. Jaap las een stukje voor uit het boek, Benjamin Leroy tekende ter plekke een paar van zijn fenomenaal grappige, preciese, bijtende tekeningen, dichter Linda Vogelesang droeg haar gedichten voor, zangeres Kiki Schippers zong vrolijke liedjes van Harry Jekkers en Annie M.G. Schmidt en duizendpoot Noël Josemans speelde erbij op zijn gitaar.
Kinderen en grote mensen aten zoete frambozen, aardbeien, bramen en andere hapjes en lieten Jaap en Benjamin hun naam in het boek schrijven. De Nijmeegse tv filmde alles. Een boel activiteiten voor één nieuw boek. Maar het is een GEK boek, een wrang boek, een zuur boek, een grappig boek. Ik moest  heel hard lachen om het stukje dat Jaap voorlas. Jaap en Benjamin kregen azijnsoep met accuzuur om te toasten op hun nieuwe boek. De enige hond in de  winkel ging meekreunen. Alles was gek, gek lekker gek.
Als je wilt weten hoe gek, lees dan het stukje hieronder. Het staat ook op de speciale website van De Zuurtjes http://www.dezuurtjes.nl/
“Een nieuwe dag
Voor de meeste mensen begint een dag zodra hun wekker rinkelt. Voor Harry en Huibert niet. Die zijn dan allang wakker.
Op de rand van het bed wachten ze met hun voeten op de koude vloer. Ze tellen de secondes af tot ze kunnen luisteren naar het prachtige gekrijs van hun wekker. Vervolgens vissen ze hun kunstgebitten uit de bekers azijn op het nachtkastje en schuiven de tanden in hun mond.

Als ontbijt eten ze zure haring. Die spoelen ze weg met witlofthee en en scheutje augurkensap. De Zuurtjes ontbijten altijd heel gehaast, hoewel ze nooit ergens op tijd hoeven te zijn.

Harry en Huibert hebben het elke dag druk met precies dezelfde dingen.

..Om stipt kwart voor vijf is het tijd voor het dagelijkse klachtenkwartiertje van het gemeentehuis. ‘U spreekt met H. Zuur. Mijn broer H. Zuur en ik hebben klachten. Om twaalf uur tien vloog er een ongewenste vlinder door de straat. Tegen het verkeer in nota bene! Vanochtend floten de vogels alweer vroeger dan gisteren! Wij eisen een snavelklem voor elke vogel. En een boete voor fluitoverlast! Een buitenspeelbekeuring voor de voetbaljongens. Enwewillendatdezonvoortaanvierkantis.Engratisflessenspeelgoedgiftegendeball..
Meestal is er allang opgehangen. Dat maakt de Zuurtjes niks uit, zo gaat het elke dag. En wanneer iets elke dag gebeurt, ga je vanzelf denken dat het zo hoort.
Na het avondeten kijken Harry en Huibert plaatjes in hun kunstgebittentijdschrift. Vervolgens lopen ze met hun tanden in een beker verse azijn de trap op. Nog voor het donker wordt, liggen ze onder hun prikdekens en vallen in slaap.

Zo hobbelt het leven van de Zuurtjes voort als een fiets met vierkante wielen. Altijd onderweg naar precies eenzelfde dag. Maar morgen niet. Dan gaan de Zuurtjes op hun jaarlijkse vakantie. En daar hebben ze – net als andere jaren – totáál geen zin in.”
De Zuurtjes. Tekst Jaap Robben, illustraties Benjamin Leroy. De Geus, 2010.
http://jaaprobben.wordpress.com/
http://www.merel-benjamin.be/
http://www.dezuurtjes.nl/
Goede recensie over De Zuurtjes: http://www.jaapleest.nl/