Het regent zonlicht
op de wereld
op het meisje in het gras.
Hoor haar moeder
zingt een liedje
voor haar dochtertje van glas:
God behoed haar
voor de kraaien
en de allereerste kras,
voor de hobbels
en de kuilen
en het snijden van het gras.

De platen in ‘Het regent zonlicht’ waren er het eerst, en daarna kwamen de gedichten. De verrukkelijke tekeningen in veel kleuren die een eigen soort sprookjeswereld oproepen zijn moderner dan de gedichten, die  soms doen denken aan oude aftelversjes. Lastig te zeggen voor wie de gedichten geschreven zijn. Voor jonge kinderen zijn ze moeilijk, voor oudere kinderen te bedaard denk ik. Toch een erg mooi boek!
Op de bijbehorende cd zingen Jeroen Zijlstra en Leine de gedichten op muziek van Thijs Borsten mmw o.a. Stefan Blankenstijn en Louis Lanzing.
Het regent zonlicht, Koos Meinderts, ill. Annette Fienieg. Vormgeving Leentje van Wirdum. Lemniscaat, 2010.

We liepen op een middag langs het strand.

September. Herfstig weer. De kust verlaten.
Drijfhout. Een bal die badgasten vergaten.
De wind blies brede ribbels over ’t strand.
Heel in de verte ging een schip voorbij,
ergens ter hoogte van de horizon.
Ze vroeg – het nakijkend zolang ze kon –
Waar zou het heengaan? En ze keek naar mij.
Zeewier, groenzwart, een zwaar verroest stuk ijzer.
Een plank waarop, half leesbaar, SUNKIST stond.
En verder stilte, overal in ’t rond.
De zee werd wilder en de lucht werd grijzer
Een meeuw vloog langs, krijste, en werd heel klein.
En toen zij weer: hoe stil kan het wel zijn?

Han G. Hoekstra. Uit: Als je goed om je heen kijkt zie je dat alles gekleurd is. Samenstelling Tine van Buul en Bianca Stigter. Querido, 2006.

Als je zelf nergens woont

moet je altijd
als je slapen wil
aanbellen bij mensen die wel
ergens wonen.
Maar als nou niemand open doet
of ze hebben geen logeerbed
en de bank is voor de hond?
Dan moet je buiten
in de regen
in de wind
in de put
zitten huilen op de stoep.
Komt er plots een schrijver langs,
verzint die een verhaal voor jou,
schrijft hij jou een boek cadeau,
een sprook om in te wonen.
Huis van woorden,
dak van taal, lees
maar lang en wees
gelukkig.

Tim Gladdines. Uit: Wie heeft hier met verf lopen smijten? Querido, 2010

Dit is een raar boek. Een leuk raar boek. Omdat het anders is dan de meeste andere boeken. Het is tegelijkertijd een verhaal over Sofie die heeeeel veel van pinguïns houdt, een verhaalstripboek, een feitjes-over-pinguïnsboek, een fotostripboek en in strip de dvd ‘De Mars van de keizerspinguïn’.
Dus als je van pinguïns houdt vind je dit boek vast geweldig. Als je niet van pinguïns houdt maar wel van strips waarschijnlijk ook. Het verhaal van Sofie is licht droeverig maar niet zo heel erg, de striptekeningen zijn grappig, de pinguïnfeitjes leuk voor je spreekbeurt, het fotostripverhaal wéird (dat betekent ‘raar’).
Edward van de Vendel is de schrijver en voor de zoveelste keer is het hem gelukt om een ‘ander soort kinderboek’ te maken, samen met tekenaar Floor de Goede en fotostripmakers Willem en Ype. Met de stripgedichtenboeken ‘Opa laat zijn tenen zien’ en ‘Draken met stekkers’ heeft hij al eerder kinderboeken gemaakt die er nog niet waren. Dus wil je weten wat hij  nu weer voor nieuws heeft gemaakt dan moet je ‘Sofie en de pinguïns’ lezen.
Sofie en de pinguïns door Edward van de Vendel. Tekeningen Floor de Goede, fotostrips Ype en Willem. Querido, 2010.

heel vroeg in de morgen
geen auto’s op de weg
alleen mijn mooie fiets
verder niets
jij en ik
en mijn rode fiets
blij blij blij

met mijn mooie fiets
Prachtige tekeningen in dromerige, poëtische sfeer in dit poëzieprentenboek voor peuters en kleuters. Marit Törnqvist maakte ze bij de in Zweden bekende liedjes van Jujja Wieslander. Hans en Monique Hagen bewerkten ze naar het Nederlands. 
De platen en versjes scheppen een landelijke, lege wereld waar kinderen veel ruimte, bomen, velden en dieren tot hun beschikking hebben, genoeglijke huizen met tuinen vol wapperend wasgoed en bankjes waar oude mannetjes op zitten. De meeste kinderen leven niet meer in zo’n wereld, maar ze er naar laten verlangen kan natuurlijk altijd.
Jij en ik en mijn rode fiets. Liedjes van Jujja Wieslander, bewerkt door Hans en Monique Hagen, illustraties Marit Törnqvist. Querido, 2010. De gelijknamige liedjes-cd met arrangementen van Floor Minnaert is verkrijgbaar bij uitgeverij Rubinstein.
In het Codamuseum in Apeldoorn kun je op de tentoonstelling ‘Hottentottenteken’ de tekeningen trouwens in het echt bekijken en ook schetsen vooraf en mislukte tekeningen. Én je vindt er de echte striptekeningen met gedichten van Edward van de Vendel en Floor de Goede, die sommige van jullie al kennen, bijvoorbeeld via dit weblog. 
Doe mee met de tekenwedstrijd en win een door Marit gesigneerd boek of een pakket boeken. http://www.coda-apeldoorn.nl/tentoonstellingen/coda-museum/hottentottentekententoonstelling/

“Ga voor de spiegel staan en bekijk je gezicht. Lik van een citroen. Verandert er iets?

Neem nu een flinke hap uit je citroen. En nog een. Denk aan witlof, nagels die over een schoolbord gaan en soep van wc-blokjes. Zoals jouw gezicht nu staat, zo kijken de broers Harry en Huibert Zuur altijd. En dat vinden ze nog fijn ook!”
Een dichter die een verhaal schrijft, daar word je nieuwsgierig van. Jaap Robben is zo’n dichter. Gisteren was in kinderboekenwinkel ‘Een boek van Auke’ in Nijmegen de presentatie van zijn nieuwste boek ‘De Zuurtjes’. Jaap las een stukje voor uit het boek, Benjamin Leroy tekende ter plekke een paar van zijn fenomenaal grappige, preciese, bijtende tekeningen, dichter Linda Vogelesang droeg haar gedichten voor, zangeres Kiki Schippers zong vrolijke liedjes van Harry Jekkers en Annie M.G. Schmidt en duizendpoot Noël Josemans speelde erbij op zijn gitaar.
Kinderen en grote mensen aten zoete frambozen, aardbeien, bramen en andere hapjes en lieten Jaap en Benjamin hun naam in het boek schrijven. De Nijmeegse tv filmde alles. Een boel activiteiten voor één nieuw boek. Maar het is een GEK boek, een wrang boek, een zuur boek, een grappig boek. Ik moest  heel hard lachen om het stukje dat Jaap voorlas. Jaap en Benjamin kregen azijnsoep met accuzuur om te toasten op hun nieuwe boek. De enige hond in de  winkel ging meekreunen. Alles was gek, gek lekker gek.
Als je wilt weten hoe gek, lees dan het stukje hieronder. Het staat ook op de speciale website van De Zuurtjes http://www.dezuurtjes.nl/
“Een nieuwe dag
Voor de meeste mensen begint een dag zodra hun wekker rinkelt. Voor Harry en Huibert niet. Die zijn dan allang wakker.
Op de rand van het bed wachten ze met hun voeten op de koude vloer. Ze tellen de secondes af tot ze kunnen luisteren naar het prachtige gekrijs van hun wekker. Vervolgens vissen ze hun kunstgebitten uit de bekers azijn op het nachtkastje en schuiven de tanden in hun mond.

Als ontbijt eten ze zure haring. Die spoelen ze weg met witlofthee en en scheutje augurkensap. De Zuurtjes ontbijten altijd heel gehaast, hoewel ze nooit ergens op tijd hoeven te zijn.

Harry en Huibert hebben het elke dag druk met precies dezelfde dingen.

..Om stipt kwart voor vijf is het tijd voor het dagelijkse klachtenkwartiertje van het gemeentehuis. ‘U spreekt met H. Zuur. Mijn broer H. Zuur en ik hebben klachten. Om twaalf uur tien vloog er een ongewenste vlinder door de straat. Tegen het verkeer in nota bene! Vanochtend floten de vogels alweer vroeger dan gisteren! Wij eisen een snavelklem voor elke vogel. En een boete voor fluitoverlast! Een buitenspeelbekeuring voor de voetbaljongens. Enwewillendatdezonvoortaanvierkantis.Engratisflessenspeelgoedgiftegendeball..
Meestal is er allang opgehangen. Dat maakt de Zuurtjes niks uit, zo gaat het elke dag. En wanneer iets elke dag gebeurt, ga je vanzelf denken dat het zo hoort.
Na het avondeten kijken Harry en Huibert plaatjes in hun kunstgebittentijdschrift. Vervolgens lopen ze met hun tanden in een beker verse azijn de trap op. Nog voor het donker wordt, liggen ze onder hun prikdekens en vallen in slaap.

Zo hobbelt het leven van de Zuurtjes voort als een fiets met vierkante wielen. Altijd onderweg naar precies eenzelfde dag. Maar morgen niet. Dan gaan de Zuurtjes op hun jaarlijkse vakantie. En daar hebben ze – net als andere jaren – totáál geen zin in.”
De Zuurtjes. Tekst Jaap Robben, illustraties Benjamin Leroy. De Geus, 2010.
http://jaaprobben.wordpress.com/
http://www.merel-benjamin.be/
http://www.dezuurtjes.nl/
Goede recensie over De Zuurtjes: http://www.jaapleest.nl/

Eva
Als God tot aan de eerste zondag hemel en heelal schiep
(of als de  hemel er altijd al was, wat had God dan te doen
al die tijd dat er nog geen dagen waren en nergens licht?
Of als er niets was, hoe kwam  hij dan temidden daarvan
op het idee om zo maar ineens aan iets te beginnen?
En schiep God zichzelf toevallig of expres uit waarvandaan?)
als hij op aarde knarkruid en meizoentjes plantte, dieren…

Of:

De zon is door de stad gezakt,
de daken gloeien na.
Er brandt iets aan de horizon…
Of: 
Boekje open
Hoe ga ik open als een boek?
Ik wil mezelf eens lezen,
bladeren en kijken
hoeveel pagina’s ik tel…

Of

Maggiblokjes
Vroeger pulkte ik de Maggiblokjes uit hun papiertje
en likte er even aan voor ze de pan in gingen, want
soep wordt helemaal niet lekker, zei mijn moeder,
als er geen kind aan gelikt heeft. Later deed ik dat….
Of:
Door Bart
Hier ben ik en ik doe maar wat.
Ik weet niet wat ik moet.
Ik dacht dat ik een reden had,
maar die is ook niet goed…
Of 
Hollend huis
Is een slak
een slome slijmerd
of een huis op hol?…

Of of of. Ted van Lieshouts ‘Hou van mij’ is één doorlopend feest van sterke, stoere, lieve, grappige, verdrietige, heftige, mooie gedichten en prachtige illustraties. ‘Bijna alle gedichten en veel beelden 1984-2009’ is de ondertitel. Al die gedichten die zo langzamerhand tot ons collectieve geheugen zijn gaan horen, zoals “Van verdriet kun je grappige hoedjes vouwen” bijvoorbeeld, staan er in en ook een heleboel gedichten die je waarschijnlijk nog nooit gelezen hebt. Tenzij je al Teds bundels in de kast hebt staan, en zelfs dan.

Hou van mij is een rijk, lekker boek. Elke dag een hapje.

Ted van Lieshout. Hou van mij. Leopold, 2009.

Leendert Witvliet leest ‘Paarden voor de ramen’
Afgelopen zaterdag was de Middag van het Kinderboek. 7 dichters, ik ook, droegen twee van hun eigen gedichten voor en het prachtige ‘Paarden voor de ramen’ van Leendert Witvliet.
Leendert Witvliet las zelf het gedicht ook nog een keer voor, het publiek heeft het dus 8x gehoord. Hier de eerste drie regels:
Er kwamen paarden tot vlak bij de ramen
en het was ook al de achtste dag
en er was een trommelaar vanmorgen…”
Zie tedvanlieshout.web-log.nl
Annet Bremen won de Gouden Lijst, Jelmer Soes de Zilveren, Linda Vogelesang de Bronzen. Gefeliciteerd allemaal! Organisator van de middag Ted van Lieshout kreeg de Leesgoedprijs voor zijn passie voor het kinderboek, en terecht!

‘Waaien’
Ik heb ‘Waaien’ en ‘Achterbank’ voorgedragen. 
Waaien:
Het waait.
Alles waait weg. Blaadjes van bomen,
papier, blikjes, jonge eendjes.
Als je weg waait wil ik weten waar naartoe.
Is dat leuk?
Ben je dan bang?
Ik ga de kant van de wind op.
Hij duwt tegen mijn buik en benen.
Hij blaast in mijn gezicht.
Hij maakt lawaai.
Hij waait waar ik ben.
Hij waait waar ik ben.
Hij waait waar ik ben.
Van mijn voeten maak ik zwemvliespoten.
Ik steek mijn vette modderbuik naar voren.
Ik tuit mijn snavel tot hij kwaakt.
Ik waggel breed.
Zo. Kom nu maar op.

Diet Groothuis.

Roodkapje was een toffe meid en volgens de boeken
droeg ze om haar hoofd altijd mooie rooie doeken.
Ze had een zieke oma, dus die ging ze bezoeken,
met een joekel van een rugzak met appelpannenkoeken.
Zo stapte Roodkapje relaxed door het bos.
Ze plukte bloemen in het mos en ze zong erop los.
Toen kwam er een wolf en die zei: ‘Im the boss!
Jij loopt fout, ach gos.’ Hij was sluw als een vos.
Dus Roodkapje liep om en die wolf ondertussen
verkleedde zich haastig als een van haar zussen.
Zo ging hij die oma in slaap zitten sussen.
Toen vrat hij haar op en hij dook op haar kussen.
Na een half uurtje kwam Roodkapje binnenwippen.
Ze zei; ‘Hoi oma, je moet je haar eens laten knippen.’
De wolf zei: ‘Ha kipje,’ en hij likte zijn lippen.
Hij slokte haar op, voor ze kon ontglippen.
Toen viel hij in slaap, maar langs het huis liep een Turk.
Die stampte naar binnen, want hij hoorde gesnurk.
Hij dacht: dat is maf, een wolf in een jurk.
Ik snij ‘m ’s open, die vieze vuile schurk.’
Roodkapje was verkreukeld, maar ze had geen centje pijn.
De Turk vroeg haar ten huwelijk en het werd een festijn.
Ze kreeg een jurk van satijn en een ring met een robijn.
En de wolf moest voor straf bruidsmeisje zijn.
Marjet Huibers. Uit: Roodkapje was een toffe meid, stoere sprookjes om te rappen. Illustraties Wendy Panders, cd van rapper Benaïssa Linger. Gottmer, 2010.
Overbekend sprookje in hippe straattaal. Soortgelijke Sneeuwwitje, Hans en Grietje, Doornroosje, Repelsteeltje, Assepoester en De wolf en de zeven geitjes: ze staan allemaal in het boek ‘Roodkapje was een toffe meid’. Sneeuwwitje trouwt niet met de prins, Assepoester gaat met de fee naar een villa in Spanje en Hans en Grietje beginnen een snoepwinkel in het huis van de heks.
De bij de teksten passende tekeningen, rebusgrappen in de sprookjes en een cd met de raps op muziek inclusief karaokeversie maken er een vrolijk geheel van.
Leeftijd: 6+