wat is dit een mooi land!
natuur! vertier!
water! bloemen en planten en dieren!
wat een mooi land! zee! bergen! heuvels!
marmotten! kleine hutten waar je kaas kan eten!
musea! kerken! klederdrachten! hotels! alles is er!
wat een land! casino’s! straten! bramen! sinaasappels!
oooooh!
Het is Koninginnedag in Nederland. Iedereen gefeliciteerd.
Dit gedicht is van Arjan Duinker.
In: Als je goed om je heen kijkt zie je dat alles gekleurd is. Querido, 2006

Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.

Pan met water,
schepje zand,
en een blaadje
van een plant.
Even roeren
met mijn stok.
En nou proeven
slok, slok, slok.
Juffrouw wil je

ook een hap?
Nou, heel graag,
ik lust wel pap!
’t Is geen pap
maar soep met ballen!
Kom maar eten
met zijn allen!
Mieke van Hooft. Uit: Stamp stamp olifant. Tekeningen Tineke Meirink. Uitgeverij Holland, 2002.
De gedichten op dit blog zijn meestal voor oudere kinderen. Vandaag eens versjes voor peuters en kleuters.
Leeftijd 2+

In dezelfde serie: Een schelp aan je oor van Harriet Laurey en Eén been stokkebeen van Paul Biegel, bekend van heel andere kinderboeken, boordevol grappige versjes zoals:
Zeg zwaluw, waar kom jij vandaan?
zeg zwaluw, kom jij van de maan?
Het volgend jaar dan koop ik vleugels
om met jou eens mee te gaan.

Wat is Pop-upstad? Jongetje van Negen legt uit:
“Ik wist eerst helemaal niet wat het voorstelde. Als je het boek opendoet kom je er achter. Op de eerste bladzijde vouw je een rode papieren kerk en groene papieren bomen omhoog. Op de volgende bladzijde kerk, bomen en een hijskraan. Dan steeds meer gebouwen erbij. En wegen en auto’s. Op elke bladzijde komt er wat bij. De laatste bladzijde is een stad met huizen, flats, een park en de kerk uit het begin. Best grappig.”
Dit boekje laat in driedimensionale papieren constructies zien hoe een stad groeit, van klein dorp met klokkentoren, naar de eerste huizen,  verstedelijking, appartementsgebouwen en industrie, wegen en wolkenkrabbers. Achterin staat in tekst samengevat waar het over gaat. Dat had niet gehoeven. Het boekje is gemaakt door Anouck Boisrobert & Louis Rigaud. Voor wie even geen letters wil eten. Alle leeftijden.
Pop-upstad, vertaling van Popville, vertaling Pauline Michgelsen. Querido, 2009.

Toen de eerste mensen verhalen begonnen te maken
om aan elkaar te vertellen, kwam er een eind aan de Chaos.
Taal legde vast wat een enkeling ooit bij toeval ontdekte:
dat een stam bleef drijven, dat stenen vuur konden maken.
Taal ontwierp de wapens tegen verscheurende dieren.
Taal onderscheidde donker van licht en aarde van water.
Taal creëerde eenheid en tweestrijd, meesters en slaven.
Taal leerde tellen, meten, wegen. Taal vond het wiel uit.
Mensen bedachten woorden voor al wat ze konden beheersen
en de machten die hun te hoog gingen noemden ze goden.

In: Griekse mythen, Imme Dros.

Bijbel, Ilias en Odysseia zijn de oerboeken van de literatuur, onmisbaar voor elk lezend mens. Geen betere manier om kinderen plezier in verhalen vertellen en lezen bij te brengen dan met Imme Dros’ hervertellingen, hertalingen en bewerkingen van Homerus, voor iedereen toegankelijk, jong, oud, (klassiek) geschoold of niet. De verhalen, over Troje, Odysseus, Het Gulden Vlies, Ikaros die te dicht bij de zon vliegt, Orfeus die zijn Eurydike terughaalt uit de onderwereld, zouden in ieder huis te vinden moeten zijn. Speciaal voor deze Week van de Klassieken (14-25 april) schreef Imme Dros het geschenkboekje Charisma, over de held Odysseus.  
Ilios&Odysseus: de twee beroemde verhalen van het beleg van Troje door de Grieken, die proberen de geschaakte Helena terug te halen, en daarin slagen via de list met het Houten Paard; en de avonturen van de bedenker van die list: Odysseus. Querido, 2004.
Griekse Mythen: hervertellingen van de mythen van o.a. Herakles, Iason en de Argonauten, Medeia, Ikarus, Theseus en Ariadne. Querido, 2006.
Mee met Aeneas: de omzwervingen van de Trojaan Aeneas, die na de val van zijn stad met zijn familie en manschappen op de vlucht slaat. Querido, 2008.
Illustraties in alle boeken zijn van Harrie Geelen

Ik kon koken
toen ik zeven was.
Pa leerde het me –
eieren,
steak,
groenten,
rijst,
en gebraden kip –
in onze oude oven
met de zware deur
die zo heet werd
dat ik mijn vingers
vier keer brandde
voordat ik leerde
hem te openen
met de theedoek in mijn hand.
Mijn broer Keith
kon het huis vegen
in precies tien minuten,
en hij poetste de badkamer
tot die glom als een medaille.
Keith en ik maakten grappen
over ons keurige
schone huis
dat vanaf de straat
zo arm en smerig leek,
maar binnen naar gebraden kip
en schoonmaakmiddelen rook,
doordat mijn broer
en ik
het werk deden
dat ma ons naliet.
Ze stierf
toen ik zeven was,
en Keith
pas zes.
Harry woont in een slaperig dorp waar nooit iets gebeurt. Tenminste, op het oog. In prachtige, beeldende  hoofdstukjes als hierboven lezen we over zijn leven, zijn vader en moeder, broertje Keith, vriendin Linda en de saaie mensen in het gezapige dorp. Harry wil weg, de wereld in. Hij voelt zich alleen. Maar dat verandert.
Ongelooflijk boek van de Australische Steven Herrick door de compacte vrije verzen, het sterke verhaal,  fotografische beelden, geweldige vertaling. Meteen lezen!
Steven Herrick, Aan de rivier. Lemniscaat, 2007. Verkrijgbaar in jeugd- en volwasseneditie.

Ik heb vandaag
iets nieuws gegeten,
maar hoe het heette,
ben ik stom vergeten.
Het zag heel raar
en het smaakte naar
dwars gebakken peren
en gemalen kippenveren
en ook een beetje naar meloen
en gestoofde voetbalschoen
en gekookte horloges
en de kleur was groen
én … ze bleven drijven.
– O nu weet ik het weer:
o-l-ij-v-e-n!
Theo Olthuis. In Lampje voor de nacht. Uitgeverij  Holland, 2005.

Wij zijn gek
omen voor een lek
kere kak
etoe toe.

Die is van slag
room met pis
tachenootjes en koe
k.

De kok krijgt een bed
ankje. Wat een heer
lijke kak
etoe toe.
Mmmmmmmm

et een lepeltje erbij.
Joke van Leeuwen, in Kwam dat zien! Kwam dat zien! Querido’s Poëziespektakel 1, 2008.
Gisteren heeft Joke van Leeuwen de Gouden Ganzenveer 2010 gekregen.

De iep is bloot.
Alleen nog maar een nestje
tussen kale takken.
Toen de zon steeds later
op kwam dagen
verliet de spreeuw
zijn zomerhuis.
Waarom ziet een Hollands dier
zo op
tegen winterwind en kou?
Waarom al dat geploeter
zuidwaarts
en na zes maanden
weer terug?
Misschien alleen
om telkens weer
dat warme welkom
en je huis versierd te zien
met al die verse tinten groen.
Linda Vogelesang in Ik wil een naam van chocola. Querido, 2009.

Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.

Vroeg in de vroegte
op eerste paasdag
sta ik te denken
aan wat ik net zag:
Mama die bezig was
eieren te leggen.

In de tuin
en de struiken.
En – moet ik het zeggen?
Dat ik toen een kip zag?
De kip van de buren.
Die blij was:
dat ei was
precies wat ze wil.

Dus nu zit ze te broeden
en ik sta hier stil.
Ik sta hier te denken,
zonder geluid,
komt daar een melkchocolade kuikentje uit?
Allemaal raadsels.
De raadsels van Pasen.

En dan begin ik niet eens…

…over dat met die hazen!
Edward van de Vendel. Uit: Opa laat zijn tenen zien. Illustraties Floor de Goede. Querido, 2008.
Behalve over eieren en hazen gaat Pasen ook over doodgaan en leven, zoals in het verhaal van  Jezus. De paaseieren en de paashaas komen uit voorchristelijke culturen en symboliseren het wakker worden van de natuur na de winter.
Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.