En de winnaars van “Kies je favoriete stripgedicht” zijn…
Franka uit Utrecht
Sophie uit Doornspijk
Wil uit Honselersdijk
Vera uit Bloemendaal
Rakia en Jozua uit Utrecht
Ze krijgen binnenkort ‘Draken met Stekkers’ opgestuurd. Wat vinden ze het leukste stripgedicht?
Wil en Sophie kiezen Hete Adem, over föhns die eigenlijk draken zijn. Wil omdat ze altijd zegt “doe de stekker er toch in” als iets het niet doet. Sophie:   “omdat deze draken niet lopen maar hangen en ze doen je niks. Ik heb ook een draak op mijn judodiploma.”
Rakia kiest Mannetjes, over de groene en rode voetgangersoversteeklichten. Ze zegt: “Ik vind het zo grappig omdat ze leuk getekend zijn. Omdat het jongetje echt denkt dat ze in een kasteel wonen. Maar het zijn gewoon mannetjes in een stoplicht in een stad.”
Jozua vindt Beste Familieleden het leukst, over tantes die altijd over je haar willen aaien: “Ik vind het grappig wat hij zegt: och jochie, toch jochie. Ik vind het zo leuk hoe hij praat. Hij zegt ook : ‘ben ik uw hamster, ben ik uw hond’ daar moet ik om lachen. Niemand mag ook aan mijn haar zitten.”
Franka kende geen stripgedichten, ze heeft ze op dit weblog gevonden. Ze schrijft: “we hadden geen tijd om uit de bieb nog een boek te halen. Het gedicht over de besjes vind ik mooi (Zomerzonnebloed, blogbericht 2 oktober 2009). Ik weet niet waarom. Het gedicht over het rotkind van het jaar (blogbericht 5 januari 2010) vind ik niet leuk, wie wil een rotkind nou een prijs geven. Bij de kapper zie ik trouwens nooit draken…….dat zou wel leuk zijn.”

Sommige kinderen vinden de stripgedichten moeilijk of snappen ze pas na een paar keer lezen. Frank houdt  meer van de boeken van Paul van Loon dan van (strip)gedichten maar vindt het gedicht Over de oorlog wel leuk: “het gedicht van de muggen vond ik het leukst omdat de omamug het jongetje ging schieten met geweren”. Ennio houdt meer van getallen en Donald Duck dan van gedichten.
Vera heeft zelf een gedichtje gemaakt over haar keuze ‘Boven in de appelboom’:
“hij schaamt zich voor het vragen van het meisje van zijn droom
datgene was een van de redenen dat ik dit gedicht koos
hij krijgt een verliefd gevoel en wordt moedeloos
verliefd en vraagt haar verkering.

de bloesem vond ik ook goed gekozen
het heeft dezelfde kleur van schaamte en van blozen
ook mooi is gekozen de structuren van het gezicht
dit was het einde van het gedicht.
Ps. Ik hoop dat ik het boek ‘draken met stekkers’ krijg!! Ik vind die stripgedichten echt heel leuk, ze maken de gedichten ook begrijpelijk voor jongere lezers.” xxx Vera.
Nou dat is gelukt Vera, je krijgt het boek en de anderen ook. Veel plezier ermee!
Edward van de Vendel & Floor de Goede in Draken met Stekkers. Querido, 2010

Vanavond begint het joodse Pesachfeest. Als je dat viert eet je matzes in plaats van gewoon brood (dat is brood zonder gist), bittere groente, peterselie en een appelnotengerecht dat charoset heet. 
Het hele huis is schoongemaakt, zodat er geen broodkruimel meer te vinden is. Om 19 uur begint over de hele wereld de sedermaaltijd. Het jongste kind vraagt: ‘Waarom is deze avond anders dan andere avonden?’ Iemand anders zegt: ‘Omdat wij slaven waren in Egypte, en nu vrij zijn’. Het vertellen van het verhaal is begonnen.
Het verhaal is heel oud en gaat over het volk Israël, dat als slaven moet werken voor de farao van Egypte. Het volk wil weg maar de farao laat ze niet gaan. Na een reeks vreselijke rampen laat hij het volk gaan, onder leiding van Mozes. De sedermaaltijd gaat over de nacht van het vertrek:
Die avond worden Gersom en Eliëzer niet naar bed gestuurd als het donker is geworden. Ze moeten moeder en tante Mirjam helpen met inpakken. Op de tafel staat een schotel met geroosterd lamsvlees. Er liggen platte broden naast. Die heeft moeder haastig gebakken. Er was geen tijd om het deeg te laten rijzen. 
Mozes is weer naar het paleis gegaan. Gespannen wachten ze op hem. Wat een vreemde nacht is dit, denkt Gersom en als zijn vader eindelijk terugkomt, vraagt hij: ´Vader, waarom is deze nacht zo anders dan andere nachten?
Mozes zegt: ´Vannacht gaan wij weg uit Egypte. Nu zal de farao ons laten gaan. Zijn oudste zoon, de kroonprins, is gestorven. De tiende plaag is over Egypte gekomen.´
Dit heeft hij ook tegen de stamhoofden gezegd. In alle huisjes staan de mensen klaar om op reis te gaan. Overal eten ze nu haastig het lamsvlees met bittere kruiden. Dan ineens horen ze de Egyptenaren schreeuwen: ´Ga weg uit ons land, voordat er nog meer rampen gebeuren!´
Mozes neemt zijn stok in de hand en zegt: ´Kom, wij gaan.´ Ieder doet nu de reiszak op de rug en gaat ermee naar buiten. 
Mozes gaat voorop met zijn familie. Uit alle huisjes komen de andere families en volgen hem. Het wordt een hele lange rij van mannen, vrouwen en kinderen. Ze nemen hun dieren mee. Ze zijn vrij. Eindelijk vrij! Ze gaan op weg naar Kanaan, naar het land van Abraham, Isaak en Jakob.
Hoe het verder gaat lees je in kinderbijbel Op Weg, verhalen uit de Bijbel voor kinderen, geschreven door Baukje Offringa. Mooie tekeningen van Lika Tov, uitgever Meinema, 1994.
Informatie over joodse feestdagen: Joodse dagen en feestdagen, door Greer Fay Cashman, illustraties Alona Frankel. Atrium, 1993

In een donker
groen oud woud,
aan de randen een randje goud,
loopt een weesje – pimpelmeesje –
een prinsesje – vossebesje –
een roodkapje -muizetrapje –
begeleid door een, twee herten
naar het lichtje in de verte,
blootsvoets
over het zachte mos
in het donkergroene bos.
Iene Biemans in Als je goed om je heen kijkt, zie je dat alles gekleurd is. Querido, 2006
Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.

Af en toe moeten ze even terug in ons hoofd: de klassiekers van Dr. Seuss. Grappige taalzin- en onzin voor beginners, maar net zo leuk voor geoefender lezers. Niet alles is vertaald in het Nederlands.

There are so many THINKS
that a Thinker can think!
Would you dare
yank a tooth
of the
RINK-RINKER-FINK?

And
what would
you do
if
you met
a JIBBOO?

Think! Think and wonder.
Wonder and think.
How much water
can fifty-five elephants drink?

Think of black water.
Think up a white sky.
Think up a boat.
Think of BLOOGS blowing by.
Enzovoort. Lekker knoeien met taal.
Dr. Seuss, Oh the Thinks you can Think.  Random House, 1975. De boeken zijn te bestellen via internet. En je vindt ze, als je geluk hebt, in de bibliotheek.

Dat is nog eens waterbesparen: met z’n zevenen met een bad water doen! Voor alle duidelijkheid (zie onderaan): van de grand old lady van de jeugdpoëzie: Annie M.G.Schmidt.
Zeven kinderen in het bad
Fiedeldidein, zei moeder Katrijn,
zaterdags moeten we netjes zijn!
Zaterdags moeten we in het bad,
zeven kinderen en een kat!
‘k Zal ze boenen, ‘k zal ze schrobben!
Twee pond soda in een tobbe.
Broekjes aan en schortjes voor,
’t gaat in ene moeite door.

Geen gedrein, zei moeder Katrijn,
zaterdags moeten ze aan de lijn!
Zeven kinderen en een kat,
allemaal zijn ze klets-kletsnat.
Niet zo sikkeneurig kijken,
als jullie droog zijn, zal ik je strijken,
’t is niet prettig, maar het moet!
Hang je lekker? Dan is ’t goed.

Nu het konijn, zei moeder Katrijn,
die zal ook wel smerig zijn,
ook ’t konijn moet in het bad,
net als de kinderen en de kat.
Maar ’t konijn zei: Later, later…
nu ben ik nog bang voor water,
‘k denk dat ik maar smerig blijf…
ik geen soda aan mijn lijf!

Fiedeldidein, zei moeder Katrijn,
als we maar gelukkig zijn.
Toen kreeg elk een pepermunt.
Dit is alles, kinderen. Punt.
In een tobbe en met soda, dat is lang geleden! Gelukkig hebben we tegenwoordig badschuim.

Annie M.G. Schmidt. Uit: Ziezo. Querido, 2004.
Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.

Zodra het eerste sprankje lentezon in maart
het staartje van de winter heeft gesmolten,
kijken Nederlandse meisjes
onder hun spaghettibandjes
om te zien of de zon
hun schouders al heeft verkleurd.
Jaap Robben in De nacht krekelt. De Geus, 2007

Tjielp tjielp – tjielp tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp – tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp tjielp tjielp tjielp

tjielp tjielp tjielp

Tjielp
         etc.
Een drukte van belang in tuin en bos. Werd tijd.
Jan Hanlo, Als je goed om je heen kijkt zie je dat alles gekleurd is. Querido, 2007

Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.

Winter,
je bent nu lang genoeg opgebleven!
Hop! Hop! De trap op!
Pyama aan en tandenpoetsen!
Kruip maar in de onderste lade van mijn bed,
toegedekt door wollen truien, sjaals en wanten.
Denk nog maar even aan hoe koud je was,
hoe wit en hoe streng je was
en hoe je iedereen – zelfs in hun allerdikste jassen –
rillen liet.
Heel goed!
Zing nog maar zacht van dat schaap met witte voeten.
Hoe zoet!
En droom dan
terwijl wij de lente begroeten,
zo mooi, zo diep en zo lang als je kan.
Linda Vogelesang in: Ik wil een naam van chocola, Querido 2009.

Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.

Wat zal ik aan je geven?
De zee? Dezelfde zon als elk jaar?
Of al mijn liefde in een doosje
Met wat pakpapier erom?
Ik sta met lege handen
Voor je
En haal mijn schouders op:
Ik kon gewoon niet kiezen!
Dichter: Gijs van der Hammen. Het gedicht komt – misschien, wie weet, stel je voor – in Querido’s derde Poëziespektakel dat in augustus uitkomt. Dit jaar heet het boek: ‘Wie heeft hier met verf lopen smijten’, uit een ander gedicht van Gijs. Klinkt goed.

O sjo’n mond vol apparaten
isj een sjware sjtvaf voor mij,
ik ga sjlisjen bij het pvaten
en ik sjpuug er ook nog bij.

En mijn moed sjinkt in mijn sjchoenen,
want het isj sjo’n sjtom gevoel,
en wie sjal me sjo nog sjoenen
met sjulk sjtaaldraad in mijn sjmoel.

Sjtangen die te sjtevig sjitten,
daarvan sjlaap ik sjteeds sjo sjlecht,
sjie ik als ik sjlaap gebitten,
sjchoon en sjterk en sjuperrecht.

En dan sjchveeuwen sjtemmen: Sjtakker,
wat een sjcheve rommelsjooi
en dan sjchvik ik sjwetend wakker.

Maar ik word sjo mooi, sjo mooi!
Joke van Leeuwen. Uit: De Nederlandse kinderpoëzie in 1000 en enige gedichten, verzameld door Gerrit Komrij. Prometheus, 2007.
Vandaag begint de boekenweek. Mooie aanleiding om weer eens een boek te kopen. Het gedicht vandaag is van Joke van Leeuwen, die binnenkort de Gouden Ganzenveer 2010 krijgt. Academie De Gouden Ganzenveer vindt dat Joke van Leeuwen een belangrijke bijdrage levert aan het geschreven woord:  “In haar werk wordt zowel de wijsheid van het kind als het kind in de volwassene aangesproken”.