“Ik hou niet van gedichten” zegt Jongetje van Acht pruilend.
“Pech gehad” zeg ik. “Vandaag kies ik wat we lezen”.
“Haha, leuk plaatje”zegt hij. Hij pakt het boek uit mijn handen.
“Die eet zijn oor op” grinnikt hij. Hij leest hardop  het gedicht bij de tekening. Dan de rest.
“Dit zijn een soort moppen als gedicht” zegt Jongetje van Acht. “Alleen snap ik ze niet allemaal. Wat is wablief?”
“Dit vind ik de leukste” zegt hij:

Beleefd
Aan de rand van het bos
moet je kloppen op de bomen.
En dan netjes blijven wachten.
Tot de dieren roepen
dat je binnen mag komen.”
leest hij.
“En dan deze” zegt hij:
Groeten
Vele groeten
en een dikke kus!
zo stond het op een kaart.
De groeten
heb ik weggegeven,
de kus heb ik bewaard.”
Alle gedichten waren uit. Jongetje van Acht ging naar bed. Veel te laat!
Geert de Kockere. Uit: Het Koekeloerelaantje. Tekeningen van Kristien Aertssen. Medaillon/De Eenhoorn, 1999.

In je hoofd
kun je alles.
Fietsen naar de maan,
boven op de wolken staan.
Strelen met je handen los,
lopen door een donker bos.
Vechten als een tijger,
dansen met een elf.
Afscheid nemen
zonder tranen,
alles gaat vanzelf.
Theo Olthuis. Uit: In je hoofd kun je alles, Uitgeverij Holland, 2007.
De Nobelprijs voor literatuur is de grootste prijs die een schrijver kan winnen. Deze week kreeg de schrijfster Herta Müller in Duitsland hem. Ze zegt: “poëzie is niet iets aangenaams. Je houdt er geen goed gevoel aan over”. Toch helpt poëzie soms- echte poëzie, niet zomaar een versje – juist wel. Dan word je warm als je het koud hebt, ga je lachen als je huilt en krijg je nieuwe ideeën als je hersens vastlopen.
Leeftijd 8+

Rups
Jij vindt mij dik?
Ik wil nog dikker!
Zie hoe ik vierentwintig slagroomsoezen
door vijf potten mayonaise prak
en het met een kuiltje vette jus
mijn mond in lepel.
Ga nu naar huis, want ik wil rust.
Ik snoer mijn dekbed om mijn lijf
en val in slaap.
Kom na een week terug
en zie
hoe ik veranderd ben:
als een slanke, ranke popster
vouw ik mijn vleugels open.
Linda Vogelesang. Uit: Ik wil een naam van chocola, Querido, 2009
Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.

Over besjes
Ze liggen overal, plat

op het pad
Van die besjes.
Rood en gestorven…
en zal ik op zoek
gaan naar mesjes…
om ze los te schrapen,
op te rapen?
Nee.
De zomer is bijna verdwenen
en de besjes verdwijnen
mee.
De dagen worden
kouder.
De herfst begint
te huilen.
Zo gaat dat.
Want dat moet.
En de besjes zijn
geen besjes
maar een afscheidsteken:
einde
Zomerzonnebloed.
Edward van de Vendel. Uit: Opa laat zijn tenen zien en andere stripgedichten. Tekeningen Floor de Goede. Querido, 2008
Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.

 

 

 

 

Slaapliedje

Het schaap heeft slaap
De koe is moe
Het varken doet
Zijn oogjes toe

Het paard kijkt over’t
Prikkeldraad
En denkt: ‘Het is
Ontzettend laat’

De kip zegt zacht
Nog een keer: “Tok”
En ach, daar slaapt ze
Op haar stok

De boer kruipt ook
Het bed maar in
Lekker dicht
Bij zijn boerin
Willem Wilmink. Dit gedicht staat op een poster van uitgeverij Plint http://www.plint.nl/

Voorlezen moet, voordat je gaat slapen. Het liefst een lang verhaal, het langste dat je kunt vinden.

Maar als je vader, moeder, opa, oma, de oppas, je lievelingstante of je stiefbroertje daar geen zin in hebben of halverwege in slaap vallen omdat ze jou de hele dag achter de vodden hebben gezeten (of de computer) dan
is een leuk gedicht natuurlijk ook lang niet gek.

Alleen weet bijna niemand waar je die kunt vinden: leuke kindergedichten.
Gelukkig is dat voortaan simpel: die staan op dit blog.

De meeste ouders en opvoeders weten vaak ook niet welke leuke goede kinderboeken er allemaal zijn.
Kan je meester wel wat nieuwe ideeën gebruiken of wil je oma je persé een boek voor je verjaardag geven
en weet ze niet welke stuur ze dan door naar deze pagina!

 

“Hou van die hond” is een superboek. Het is spannend, grappig en een beetje zielig. De  gedichten in het boek maken het zelfs nog spannender, al kun je je dat misschien nauwelijks voorstellen.

“Hou van die hond” gaat over Jack, zijn hond, zijn juf en over woorden die soms zomaar gedichten worden. Hij schrijft korte berichtjes voor zijn juf, als ze een les ‘gedichten schrijven’ hebben. Dat doen jongens niet, schrijft hij, alleen meisjes schrijven gedichten. Hij kan niet eens gedichten schrijven omdat zijn hoofd leeg is, schrijft hij. En van dat gedicht dat ze hebben gelezen, over een rode kruiwagen en witte kippen, snapt hij niks, schrijft hij.

Dan maakt hij toch een eigen gedicht, over een blauwe auto vol modder, die hard over de weg rijdt. Zijn juf mag het niet hardop voorlezen en niet op het bord zetten, schrijft hij. Steeds meer gedichten schrijft Jack, en je komt er steeds een beetje verder achter dat hij over een geheim schrijft, een verdrietig geheim.

Dat ga ik hier natuurlijk niet verklappen, anders is het boek niet meer leuk maar ooohh wat een prachtig boek is dit.  Het is geschreven door de Amerikaanse schrijfster Sharon Creech. Die heeft nog meer geweldige boeken geschreven maar dit is het leukste. Meer over haar: http://www.sharoncreech.com/

Heb je ‘Ik wil een naam van chocola’ al ontdekt?

Dat is een vrolijk boek met meer dan honderd gedichten voor kinderen.  Veel gedichten in dit boek gaan over eten, dat kan niet anders met zo’n titel. Als je erin leest heb je de hele tijd zin om wat lekkers te pakken.  Je kunt dus beter eerst even een worteltje eten als je dit boek gaat lezen. Achter in het boek vertellen de dichters wat ze lekker vinden.

Weet je wat ik gek vind? Veel dichters zeggen dat ze niet kunnen koken.
Dat is toch vreemd?  Koken is bijna net zo leuk als een gedicht schrijven: iets maken wat er eerst nog niet was.  Ik denk dat dichters best goed kunnen koken maar dat ze dat zelf alleen nog niet weten.

Misschien is het tijd voor een speciale kookworkshop voor dichters.
Ik wil een naam van chocola. Querido, 2009.