Knolletjes sokken
Gek dat mensen
sokken gevangen houden
in het donker van hun kasten.
Tot pijnlijk strakke knolletjes gedraaid
in een achterwaartse salto
flik-flak met dubbele knopen
alsof iedereen bang is
dat ze weg willen lopen.
Maar sokken
hoef je niet te mishandelen,
want zonder voeten
houden ze niet van wandelen.
Jaap Robben. Uit: Zullen we een bos beginnen? De Geus, 2008

Heb je de Vleeswijzer al ? Gisteren op het jeugdjournaal kon je hem zien. Er staat op welke dieren wel en niet een goed leven hebben gehad en ook welk vlees en welke vleesvervangers niet slecht zijn voor het milieu. Als je het gemist hebt: op www.vleeswijzer.nl staat alle informatie!
Als je dit gedicht hebt gelezen, ga je er vast op letten!
Flat of living dead
We zaten in de auto, wachtend op groen
toen naast ons een flatgebouw stopte.

Ik geloofde mijn ogen
maar zag niet meteen wat ik zag.

Tien breed, acht hoog, 80 laden
kip. Niet opeengepakt, welnee

er konden vingers tussen.
Laden te laag om in te staan.
Ze keken me niet aan, hun ogen

achter vliesjes, soms langzaam
opengaand: het ooglid van een zieke
vóór hij zijn slaap in daalt.

De wind tastte door de tralies, plukte
aan veertjes, geen kip keek nog op.
Groen. Het duurde lang voor ik
mijn hoofd weer naar voren toe kon doen.
Akelig hè? Je kunt er zelf iets aan doen! Bestel die Vleeswijzer. Download ook de Supermarktmonitor en stuur een bericht aan jullie supermarkt dat ze meer en betaalbaar biologisch vlees gaan verkopen. Want kippen moeten lekker buiten kunnen scharrelen.
Kees Spiering. Uit: Kwam dat zien! Kwam dat zien! Querido, 2008.
Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.

Ik bak een taart
en eet hem op
en zet een stukje op jouw kop.
Rara, wat is dat? schrijft Jongetje van Acht.
Een GEDICHT natuurlijk. Jongetje van Achts eerste gedicht. Hij snapt het!
Mochten je ouders of de meester binnenkort naar een boekwinkel of webshop gaan laat ze dan naar Leendert Witvliet kijken. Ik kan je niet laten lezen hoe leuk zijn gedichten zijn want op mijn verzoek zijn gedichten te mogen gebruiken schrijft hij: “Ik wens u veel succes toe met uw blog, maar helaas, ik zal niet mee doen. Ik ben nog steeds van mening dat gedichten op papier moeten. Ik hoop dat u begrip kunt opbrengen voor mijn standpunt. Met vriendelijke groet, Leendert Witvliet”
Dat snap ik. Op papier zijn gedichten leuker dan op de computer. Je kunt ze vastpakken, onder een boom lezen of ruiken. 
Maar kinderen die geen boeken lezen moeten ook gedichten kunnen vinden, dus daarom toch dit blog. Misschien vindt Leendert  Witvliet het niet erg als ik één regeltje laat zien van een lekker griezelig gedicht. Het heet De heksen komen eraan en  staat in de bundel: Over het water en onder de maan: “ze binden je vast en nemen je mee”.  Lekker eng!
Over het water en onder de maan. Querido, 2003


Er vliegt een draak langs het raam
altijd als ik kwaad of bedroefd lig te huilen
op mijn bed. Vlammen slaan uit zijn
verschrikkelijke muil vol zwarte tanden,
er komt een rook achter hem aan

en ik doe het raam open.
O Draak zeg ik kom bij mij er is geen gevaar.
Hij komt mijn kamer in gekropen met zijn
vreselijke klauwen ieder zo groot als een hand

en wij omhelzen elkaar en dansen de dans
die Draken dansen in tijden van oorlog en hij
schiet ervandoor, een brand in de nacht en ik kijk
hem na, misschien dat ik weer naar beneden ga.
Eva Gerlach. Uit: Hee meneer Eland, tekeningen Charlotte Vonk. Querido 1999.

Ik wil niet meer, ik wil niet meer.
Ik wil geen handjes geven!
Ik wil niet zeggen elke keer:
Jawel mevrouw, jawel meneer…
nee, nooit meer in m’n leven!
Ik hou m’n handen op m’n rug
en ik zeg lekker niks terug!

Ik lust geen vieze havermout,
ik wil geen tandjes poetsen!
‘k Wil lekker knoeien met het zout,
ik wil niet aardig zijn, maar stout
en van de leuning roetsen
en schipbreuk spelen in de teil
en ik wil spugen op het zeil!

En heel hard stampen in een plas
en dan m’n tong uitsteken
en morsen op m’n nieuwe jas
en ik wil overmorgen pas
weer met twee woorden spreken!
En ik wil alles wat niet mag,
de hele dag, de hele dag!

En ik wil op de kanapee
met hele vuile schoenen
en ik wil aldoor gillen: Nee!
En ik wil met de melkboer mee
en dan het paardje zoenen.
En dat is alles wat ik wil

en als ze kwaad zijn zeg ik: Bil!
Annie M. G. Schmidt. Uit: Ziezo. Querido 2004.zuei

Klim over het hek.
Glijd op je kont over
het natte gras.
Ruik naar aarde,
rottende blaren,
de vingers van het bos.

Groet onderweg
wat opschrikt
en in holen zit.
Gil vander Heyden. Uit: Kwam dat zien! Kwam dat zien! Querido, 2008
Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.

Papa en ik zongen
in een groen, groen knollenland
toe we jou
– heel parmant – zagen zitten
langs de kant van de weg.
Hoorden je lange oren niets?
En wat zagen je ogen?
Speelde je soms haasje-over
met de banden van onze wagen?
Na de klap
waren wij stil.
Ik keek naar papa.
Die leek ineens
op een verdrietige jager.
Linda Vogelesang. Uit: Fluit zoals je bent. Samenstelling: Edward van de Vendel. Tekeningen Carll Cneut. De Eenhoorn, 2009.

“Ik hou niet van gedichten” zegt Jongetje van Acht pruilend.
“Pech gehad” zeg ik. “Vandaag kies ik wat we lezen”.
“Haha, leuk plaatje”zegt hij. Hij pakt het boek uit mijn handen.
“Die eet zijn oor op” grinnikt hij. Hij leest hardop  het gedicht bij de tekening. Dan de rest.
“Dit zijn een soort moppen als gedicht” zegt Jongetje van Acht. “Alleen snap ik ze niet allemaal. Wat is wablief?”
“Dit vind ik de leukste” zegt hij:

Beleefd
Aan de rand van het bos
moet je kloppen op de bomen.
En dan netjes blijven wachten.
Tot de dieren roepen
dat je binnen mag komen.”
leest hij.
“En dan deze” zegt hij:
Groeten
Vele groeten
en een dikke kus!
zo stond het op een kaart.
De groeten
heb ik weggegeven,
de kus heb ik bewaard.”
Alle gedichten waren uit. Jongetje van Acht ging naar bed. Veel te laat!
Geert de Kockere. Uit: Het Koekeloerelaantje. Tekeningen van Kristien Aertssen. Medaillon/De Eenhoorn, 1999.

In je hoofd
kun je alles.
Fietsen naar de maan,
boven op de wolken staan.
Strelen met je handen los,
lopen door een donker bos.
Vechten als een tijger,
dansen met een elf.
Afscheid nemen
zonder tranen,
alles gaat vanzelf.
Theo Olthuis. Uit: In je hoofd kun je alles, Uitgeverij Holland, 2007.
De Nobelprijs voor literatuur is de grootste prijs die een schrijver kan winnen. Deze week kreeg de schrijfster Herta Müller in Duitsland hem. Ze zegt: “poëzie is niet iets aangenaams. Je houdt er geen goed gevoel aan over”. Toch helpt poëzie soms- echte poëzie, niet zomaar een versje – juist wel. Dan word je warm als je het koud hebt, ga je lachen als je huilt en krijg je nieuwe ideeën als je hersens vastlopen.
Leeftijd 8+

Rups
Jij vindt mij dik?
Ik wil nog dikker!
Zie hoe ik vierentwintig slagroomsoezen
door vijf potten mayonaise prak
en het met een kuiltje vette jus
mijn mond in lepel.
Ga nu naar huis, want ik wil rust.
Ik snoer mijn dekbed om mijn lijf
en val in slaap.
Kom na een week terug
en zie
hoe ik veranderd ben:
als een slanke, ranke popster
vouw ik mijn vleugels open.
Linda Vogelesang. Uit: Ik wil een naam van chocola, Querido, 2009
Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.